Alpinisme
>
Artikels 

Le bivouac

20 december 2004, 

Het is zaterdagmorgen rond 10.30, de wind waait hard en stuifsneeuw bedelft ons regelmatig. Ik vraag me af wat we de voorbije 15u of zo op een sneeuwrichel van 30 cm hebben zitten doen, en vooral hoe we daar zijn terecht gekomen. Interessante vraag en we hebben toch tijd genoeg om er eens over te denken. Het is ongeveer het enige waar we overschot van hebben, tijd.

Vrijdagmorgen. Alex, Wendy, Kenneth en ik trekken vol goede moed richting Col de Tsa de Tsan. Het is al laat en we proberen ons te spoeden, voor zo ver de diepsneeuw het toelaat. Eenmaal op de col zetten we alles op een rijtje. Het weer in de vroege uurtjes heeft ons tegengehouden om vroeger te vertrekken, maar nu lijkt het stabiel. We staan aan de voet van de Noord Oost - graat van Mont Brulé. De topobeschrijving voorspelt een anderhalf uurtje klimmen naar de top, niveau F+ à PD+, naargelang de topo. De middag nadert dus we moeten beslissen. Aangezien we er zin in hebben, besluiten we er voor de gaan. We verdubbelen de topo-tijd. Dat wil zeggen dat we minstens twee uur daglicht over hebben om af te dalen via de West - graat, langs Pointe Marcel Kurz die ik de vorige dag geklommen heb. De rest van de groep gaat die dag via dezelfde West - graat naar boven, dus we kunnen sporen verwachten om in het donker te volgen. Genoeg overwegingen, klimmen is de boodschap!

Het klimmen is leuk, intensief en af en toe redelijk expo. Na twee steilere passages komen we op de graat en we zijn klaar om door te stomen. We worden echter al gauw op de linkerflank gedwongen door moeilijke rotsbanden. Verwonderlijk is dat niet. Alle moeilijkheden neem je op links, volgens de topo. Ik probeer de weg te banen van de ene couloir naar de andere. Nu eens naar links, daarna zo goed mogelijk terug naar de graat. Maar de couloirs zijn rot. Ik klop vaak een halve meter sneeuw weg om tot de vaststelling te komen dat de ondergrond gevormd wordt door losse stenen. De graatbeklimming heeft zich langzaam omgetoverd tot geklauter tussen losse stenen en poedersneeuw. En de uren? Die tikken onverbiddelijk verder.
Ergens onderweg vragen Kenneth en Alexander om even te wachten. Alex heeft een grote steen moeten incasseren op zijn kin. Ontsnappen was niet mogelijk. We bestuderen de wonde. Die moet zeker genaaid worden! We besluiten door te gaan naar de top om daar de wonde te verzorgen en dan zo rap mogelijk af te dalen. En de top? Die kan toch niet meer ver zijn? Daar is hij dan. Of is het toch nog wat verder?

3500m, 85m onder de top. We staan in een gat op de graat. Dat de dag veel langer zou duren dan verwacht, hadden we al begrepen. We staan voor een opeenvolging van dalles met een dun laagje sneeuw op en zonder zichtbare mogelijkheden om zekeringen aan te brengen. Ik doe een kleine poging, maar sta rap terug bij de rest. Het risico is te groot. Op dit moment krijgen we via walkie talkie een inkomend bericht vanuit de Bouquetin. Of alles goed gaat? De rest is al een eind terug in de hut en iedereen begint zich zorg en te maken. Hebben we een helikopter nodig? Het woord slaat in als een bom.

We zijn echter nog niet klaar om op te geven. We besluiten nog een poging te doen om juist voor donker op de top te geraken. We denken dat er een eind verder in de Oostflank een couloir zit die ver doorloopt en besluiten die te gaan bekijken. Een lastige traversée van ongeveer 100m brengt ons naar de voet van? niets. Game over.
Het is donker en we geven liever in dan uitgebreide risico?s te nemen en een écht ongeval te veroorzaken. Ik vraag Kenneth en Alex terug te keren naar de graat om het woord door te geven: een helikopter, alstublieft. Zelf keer ik heel rustig met Wendy terug via dezelfde traversée naar de graat. Tijd is er nu toch.

21u. De helikopter komt eraan! We springen op van onze schuilplaatsen, waarin we ons de voorbije twee uur genesteld hadden. Als het gepermitteerd is: een helikopter met een zoeklicht die door de nachtelijke bergen op zoek gaat naar je, is een indrukwekkende ervaring die je hopelijk nooit meemaakt. We proberen de aandacht te trekken en steken al het materiaal in onze rugzakken. We zijn vol goede hoop dat ze ons binnen de kortste keren uit onze benarde situatie zullen halen. Na verschillende cirkels te maken, verdwijnt de vliegende redding. Ik maak contact met de hut. Sorry jongens, er is teveel wind. Ze komen morgen terug. Probeer regelmatig te bewegen en wakker te blijven. Goede moed. Ik moet even slikken en geef het nieuws door aan de anderen. Ik spreek af om telkens op het uur contact te maken.

Even een inventaris maken van wat we hebben: er zijn 3 bivakzakken, iedereen heeft wat extra kleren, er is nog een beetje thee en wat mondvoorraad? We fixeren een lange touw tussen twee punten en beginnen ons te installeren achter een muur die ons van de wind moet beschermen. We hebben 30 cm om te zitten, en willen of niet, daar moeten we het mee doen. Kenneth en Alex delen een bivakzak, Wendy en ik een andere. De derde zak snijden we open, zodanig dat we die over ons hoofd kunnen leggen. Klaar voor een lange nacht. We komen te weten dat er twee gidsen op weg zijn langs de West-graat met thee en warm eten. Als dat geen roomservice is. Voor de rest doen we wat een mens kan doen in een dergelijke situatie: niets, en lachen. We houden elkaar bezig met verhaaltjes, moppen, en ?wie is het??. De uren gaan snel voorbij. Rond 2u, denken we, horen we mensen boven ons. Daar komt het avondmaal! Maar de gidsen stranden 65m boven ons. Niet verwonderlijk boven die serie van dalles, dus. We zien hun lichten, horen ze onder elkaar praten, en zien ze omdraaien. We vermoeden eerst dat ze een andere weg gaan zoeken, maar na een eindje hebben we door dat ze niet terugkomen. Dat laatste vooral als ik even over de graat richting hut naar beneden kijk en ze over de gletsjer zie lopen.

10.30u. Ik zit samen met Wendy onder de bivakzak te rillen en pogingen te doen om niet in slaap te vallen. Rond 5.30u is de wind wispelturig geworden. Een deel van de bescherming van onze muur is dus weggevallen en dat maakt de ochtendkoude nog een beetje kouder. We worden regelmatig bedolven onder stuifsneeuw en er is geen zicht meer om van te genieten. Rond 7.30u staan we klaar voor de helikopter: alles in de rugzak, rugzakken samen gebonden, gordel duidelijk zichtbaar. Alles volgens de instructies die we gekregen hebben. Maar het weer is toegetrokken (vooral rond Mont Brulé, lijkt ons) en het is wachten op een opklaring van 10 minuten. Ze zijn van plan om ons met de kabel op te pikken en ons onmiddellijk door de vallei naar beneden te vliegen! De opklaring zal er niet komen, en na anderhalf uur halen we de bivakzakken opnieuw boven. Niet veel anders te doen dan ons opnieuw te installeren en te wachten.
De fut is er nu wel ongeveer uit.

Volgende plan (we zijn de tel kwijt, denk ik): er zijn 5 gidsen onderweg via de west-graat. De hoop zijn we nog niet verloren, maar voor de rest zien we wel wat er gebeurd. En het gebeurt om 13u. Ze geraken tot bij ons!! Veel tijd om te keuvelen is er niet. De wind op de west-graat haalt snelheden van 80km/u. We moeten dringend naar beneden. Ze helpen ons voorbij de moeilijke passage met behulp van een vast touw en zekering van boven uit. En dan zijn we er uiteindelijk, op de Mont Brulé, ergens 24 uur of zo na te beginnen klimmen.Maar de weersomstandigheden en de tijd laten niet toe om er uitgebreid van te genieten. We beginnen de afdaling in twee cordées. We struikelen vaak. Na een kleine afdaling krijgen we een hapje te eten en drinken. Daarna moeten we over Pointe Marcel Kurz om de uiteindelijke afdaling in te zetten. Onze rugzakken hebben we moeten achterlaten, en in de haast zijn we vergeten de brillen mee te nemen. Wind en stuifsneeuw beukt ongenadig op onze ogen in. Wenkbrauwen en wimpers zijn binnen de kortste keren verijst. In de afdaling blijven er maar gidsen bij komen. Nu eens twee, dan nog eens twee? We lopen op de laatste restjes, tot het eindelijk zover is. De helikopter kan landen op de Haute Glacier d?Arolla. In zeven haasten worden we ontdaan van ons materiaal en niet veel later zitten Kenneth, Alex en Wendy in de helikopter richting Arolla. Mijn luchtdoop volgt niet veel later.

Een tweede vlucht brengt ons naar het ziekenhuis om de schade op te nemen. We kunnen maar zo gelukkig zijn dat die schade heel beperkt is gebleven. Kenneth en Wendy hebben vrieswonden opgelopen aan de vingertoppen en aan hun wang. De kin van Alex wordt, na enige discussie, genaaid. Ik ga op zoek naar een sigaretje?

23u. We zitten met ons vier in een kamer in le lac Bleu, waar we met de hele groep verblijven. We drinken de fles cider uit die ik de week ervoor in Chamonix gekocht had. Ondertussen hebben we iedereen uitgebreid kunnen knuffelen en hebben we ons te goed kunnen doen aan een heerlijke raclette. En nu zitten we daar, blij dat we de nacht nog eens met z?n vieren kunnen doorbrengen, maar nu in veiligheid, in de warmte en zonder honger.

Een onbeschrijfelijke dank aan alle gidsen van de streek, het volledige team van Air Glacier en iedereen die zich ingezet heeft om ons veilig beneden te krijgen.

Bedankt aan Andy, Bart, Thomas en alle mensen van de WBV om ons door te nacht te helpen.

Bedankt Kenneth, Wendy en Alexander...


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm