Alpinisme
>
Artikels 

Weisshorn via de noordgraat, 4505m

Vakantiewedstrijd artikels 2005

31 oktober 2005, 

De Weisshorn is zonder twijfel één van de mooiste bergen van de Alpen. Deze berg heeft me al jaren weten te betoveren door zijn schoonheid. Van welke kant je hem ook bekijkt, hij blijft steeds een overweldigende indruk nalaten. Met zijn 4505 meter steekt hij hoog boven alle andere bergen uit en is hij van ver duidelijk te herkennen.

Zijn meest imposante zijde is degene die men ziet vanuit het oosten. Het lijkt een groot wit schild gepantserd met sneeuw en ijs. Ook zijn lange noordgraat die verbinding geeft met de naburige Bishorn is indrukwekkend. Het is van die beklimming dat ik al jaren droomde.

Zicht op de volledige route, gezien vanaf de Tracuit-hut

De noordgraat van de Weisshorn is voor mij misschien wel de mooiste graat in de Alpen. Hij is lang, hij is scherp, hij is afwisselend, hij is majestueus en beangstigend. Een duidelijk beeld van de graat krijgt men van op de top van de naburige Bishorn. Van op deze 400m lager gelegen top begint de lange noordgraat zijn weg te banen naar één van de giganten van de Walliser Alpen.

Ik had de Weisshorn eerder beklommen, in het jaar 1998, via zijn normaalroute of ook wel oostgraat. Dat was al een serieuze onderneming. Vele jaren later was mijn wens om eens de noordgraat van deze berg te bestijgen. De gedachte om deze graat eens te beklimmen, geraakte maar niet uit mijn hoofd.
Na een mislukte poging in de zomer van 2004 was ik nog meer gemotiveerd om deze te bedwingen. Een jaar later, in de zomer van 2005 was het moment eindelijk weer aangebroken om een nieuwe poging te wagen...

Op 13 juli 2005 beklom ik de Mont Blanc 4808m en de Mont Maudit 4465m. Mijn volgende plan zou de Weisshorn noordgraat worden, waar ik al zolang van droomde. Het weer beloofde heel mooi te zijn voor de 14e en 15e juli, maar daarna verslechterde het. Ik had gehoopt op een welverdiende rustdag na de beklimming van de Mont Blanc, maar met de weersvooruitzichten in het achterhoofd zou ik dit op mijn buik kunnen schrijven. Ik had welgeteld een kleine 24u de tijd om te recupereren en me klaar te stomen voor de Weisshorn.

Ik voedde mij goed en nam de nodige rust tijdens de avond en nacht die volgde op mijn Mont Blanc beklimming. Mijn bergschoenen waren doornat van de lange wandelingen in de sneeuw op de Mont Blanc. De enige snelle methode om deze op tijd droog te krijgen was door ze te laten drogen onder een hard blazende verwarming in de auto. Op een goed kwartier waren ze bijna volledig terug droog!

De top van de Weisshorn verdedigd door een gigantische, eindeloze sneeuwgraat

Donderdagmiddag 14 juli begaf ik mij naar het dorpje Zinal in het Val d?Anniviers. Op dat moment was ik al volledig in een soort trance en mentaal in een andere wereld. Zoals gewoonlijk zou ik de klim solo gaan doen. In Zinal at ik nog een laatste keer goed vooraleer ik vertrok naar de Cabane de Tracuit. Minutieus vulde ik daarna mijn rugzak en zorgde ervoor dat ik niets vergat. Het was ondertussen al na 3u in de namiddag.
Op mijn gemak begon ik vervolgens naar de hut te klimmen. Ik wou zeker niets forceren en me niet te veel vermoeien op die klim, ondanks er 1500m moest gestegen worden. Ik was in gedachten verzonken en was al bezig met de beklimming die ik de volgende dag zou doen. Ik wist gewoon in mijn lichaam en geest dat de klim deze keer zou slagen.

De zon verdween regelmatig achter een wolk waardoor het niet al te warm werd om te stijgen.

In de avond kwam ik aan de immer drukke Tracuit-hut. Daar waren zeer veel klimmers die de volgende dag allemaal naar de Bishorn zouden stijgen. Van het huttenpersoneel vernam ik dat er nog 6 andere klimmers de Weisshorn noordgraat zouden doen. Ik zou dus niet helemaal alleen zijn. De Weisshorn was sinds de laatste sneeuwval niet meer bestegen geweest via zijn noordgraat.

Er waren ook zeer veel Belgen aanwezig in de hut, van de Vlaamse Bergsportfederatie als ik me niet vergis. Deze kwamen daar stage doen of zoiets en gingen in groepen naar de Bishorn klimmen de volgende dag. Ik had echter met niemand contact en zonderde me eerder wat af, volledig gefocust op mijn klim van de volgende dag.

De nacht was kort en geslapen had ik helemaal niet. Om 1u50 in de nacht ben ik opgestaan, samen met de 6 andere klimmers. Geconcentreerd en zonder een woord te zeggen maakte iedereen zich klaar. Als eerste ging een Zwitserse gids met klant onderweg. Iets daarna 2 Franstalige Zwitsers en daarna ik. Na mij volgden nog 2 Duitstalige Zwitsers. De nacht was bezaaid met miljoenen sterren.

Tijdens de afdaling van de lange noordgraat.Met de hoofdlamp op, begaf ik mij naar de Turtmanngletsjer. Via deze liep er een duidelijk spoor naar het hoogste punt van de Bishorn. Gedurende 2u volgden we dit spoor tot we de top bereikten. De zon was dan nog steeds niet opgekomen, maar de skyline was wel al heel mooi oranje. Ik was samen aangekomen met de 4 klimmers voor mij.

Een hoofdlamp was niet meer nodig van dan af. De top van de Weisshorn leek wel heel nabij maar dat was puur bedrog. De route naar de top zou nog wel 6u duren.

Met 5 gingen we samen verder en daalden af naar het Weisshornjoch, een inzinking tussen de Bishorn en de Weisshorn. Hier waren geen sporen meer en moest er dus gespoord worden waar nodig. Het eerste gedeelte was zeer eenvoudig.

Via een sneeuwgraat bereikten we een rotsachtig gedeelte. Hier stak ik 2 klimmers voorbij. Daarna volgde weer een eenvoudig sneeuwgedeelte tot we eigenlijk bij het echte graatgedeelte aankwamen. De gids met klant nam hier direct weer de leiding en ging er vandoor. Deze gaf behoorlijk wat gas. Ik volgde hem op een paar tiental meters gevolgd door de 2 anderen. Van de Duitstalige Zwitsers was nergens nog een spoor te bekennen.

We klommen verder op stijgijzers over de rotsen, die hier en daar bedekt of onderbroken waren door wat sneeuw. Moeilijk was het niet, het is gewoon altijd uitkijken en voorzichtig zijn waar je handen en voeten plaatst en vooral niet overhaast te werk gaan.

De graat ging wat op en neer tot aan een eerste rotstoren. Deze stopte daar en dook 20m naar beneden. Die passage is een goede III en kon afgeklommen worden, maar zag er toch vrij steil uit. Links, rechts en onder loerden diepe afgronden. Elke fout zou direct zwaar worden afgestraft. Ik haalde hier dan voor de eerste keer mijn touw boven en installeerde een rappel. De graat was overal goed voorzien van zekeringshaken en ringen die een paar jaar eerder waren aangebracht. Meestal zelfs met een standplaats met een dubbele verankering.

De tweede, wat overhangende rotstoren, die werd afgedaald op het touw.

Na mij kwamen de 2 Franstalige Zwitsers (Tania en Vincent) en ik stelde hun voor om aan mijn touw af te dalen, kwestie van hen wat tijd te besparen. Daarmee had ik ook direct een goed contact met hen gelegd. Vanaf dat moment bleven we ook grotendeels bij elkaar in de buurt.

De stijgijzers gingen uit, omdat het vooral rots was waarover moest geklommen worden. De graat werd daarna moeilijker. Meestal werd er ietwat links (oostelijk) van de graat geklommen. De graat steeg op sommige plaatsen maar zeer lichtjes waardoor je het gevoel had horizontaal te vorderen. Iets later volgde er een tweede toren van 20m die moest afgedaald worden. Deze was duidelijk overhangend en ook hier haalde ik het touw boven voor een ?rappel?. De twee Zwitsers die volgden maakten er weer gebruik van. Daarna namen zij de leiding.

Ik moest toch even serieus slikken en me niet laten imponeren door de indrukwekkende graat. Deze was echt immens en pas toen ik er midden op zat besefte ik de dimensies ervan.

De rotsen waren hier en daar wat bedekt met sneeuw en ijs en een lange dal in graad III was zelfs helemaal ondergesneeuwd. De gids had hier al zijn spoor achtergelaten en we konden in zijn sneeuwsporen naar boven klimmen over de schuine plaat.

Ondertussen was het al lang dag geworden en waren we getuige geweest van weer een mooie zonsopgang boven de bergen. Het is een gelukzalig gevoel wanneer heel je lichaam besprenkeld wordt met het oranjegoudgele licht van de eerste zonnestralen. Het doet goed om die eerste warme zonnestralen te voelen op je doorgaans wat verkleumde lichaam na een nachtelijke start.

 Aan de voet van de Grand Gendarm. Aangeduid de route

Iets later arriveerden we aan de Grand Gendarm. In mijn gedachten had ik hem helemaal niet zo groot voorgesteld. De gids was bezig hem te beklimmen. Onderaan de gendarm was er een heikele passage die een paar meter naar links moest getraverseerd worden. Daar vond men een goed uitgeruste standplaats. Samen met de 2 andere Zwitsers maakte ik me er vast. Ik vroeg aan hen of het mogelijk was om mij hier te zekeren als naklimmer. Ik zag het echt niet zitten om in die rotswand naar boven te klimmen. Ik klim doorgaans III en III+ in de bergen solo, maar die klimpassage zag er wel veel zwaarder uit. Achteraf beschouwd waren we allen van mening dat de beklimming van de Grand Gendarm zonder een twijfel een IV tot IV+ was, ongeacht het feit dat alle topos iets lager quoteerden. De klim van de Grand Gendarm is 2 touwlengtes hoog en is wel goed uitgerust met de nodige haken en standplaatsen.

Meestal werd er ietwat links van de graat geklommenNa de Grand Gendarm gingen we elk weer onze eigen weg en werd het terrein eenvoudiger, doch het was nog steeds uitkijken geblazen. Het gedeelte van de graat na de gendarm werd voornamelijk links in de flank omgaan.

De top leek nog vrij ver en werd nog verdedigd door een lange, overweldigende sneeuwgraat. Deze sneeuwgraat is misschien wel de mooiste van de Alpen, zelfs veel mooier dan de bekende Biancograat op de Piz Bernina; die ik een week later had bestegen.
De sneeuwgraat was nog ongespoord, maar gelukkig hadden we de Zwitserse gids die een paar honderd meter voor ons was en het nodige spoorwerk verrichte. De sneeuw lag nog vrij dik op de graat.

De sneeuwgraat was ontzettend afwisselend. Steile stukken, vlakkere stukken, smalle stukken, brede stukken; alles was aanwezig. De klim naar de top leek eindeloos en de hoogte begon zich te laten voelen.
Ik kwam iets voor de Zwitsers op de voortop aan en bleef op hun wachten zodat ik mooie plaatjes kon schieten. De gids was ondertussen al aan de afdaling begonnen van diezelfde graat.

8u na ons vertrek aan de Tracuit hut stonden we op de top van de Weisshorn. Het was een kraakheldere dag, maar er stond wel ontzettend veel wind. Ik was blij dat ik mijn droom eindelijk had kunnen verwezenlijken.
Ik was echter nog maar halfweg, want er moest terug afgedaald worden. Mijn aanvankelijk plan om langs de eenvoudigere oostgraat af te dalen, liet ik varen en ik koos net als de andere klimmers om weer langs die lange verschrikkelijke noordgraat af te dalen. Op de oostgraat was geen mens te bespeuren.
Als men langs de oostgraat afdaalt, dan komt men in een heel ander dal terecht en heb je een dag extra nodig om weer de wagen te recuperen in Zinal. Daarom koos ik dus om langs dezelfde noordgraat af te dalen.

Mentaal was ik serieus aan het afzien. De moeilijkheden en het klimmen in solo waren mentaal zeer uitputtend. Ik maakte mezelf wijs dat ik nog maar 7u moest volhouden en ik er dan vanaf zou zijn. Zo gaat dat soms in de bergen. Je kijkt jaren uit naar een bepaalde beklimming, die je enerzijds ook ontzettend veel angst inboezemt. De enige manier om de klim en het verlangen naar de berg te vergeten is om uiteindelijk de beklimming te realiseren en de droom waar te maken. Op de berg zelf wil je echter soms zo snel mogelijk van de verschrikkingen af zijn en wens je niet liever dan om weer ?veilige grond? onder je voeten te voelen. Dan vraag je je soms af wat je daarboven doet en wil je soms maar één ding: veilig thuis zitten en de warmte en genegenheid van je vrienden en geliefden voelen of lui in je zetel liggen.

Ik zei dus tegen mezelf dat ik nog een paar uur geconcentreerd moest doorzetten en dat de beklimming er dan volledig zou opzitten en ik er vanaf zou zijn. Pas dan zou ik opgelucht kunnen ademhalen.

Nabij de topOndanks al deze negatieve beelden genoot ik toch van de tocht en had ik echt het gevoel te leven, iets buitengewoons te doen, iets meer te doen dan de gewone burger op de straat. Daarboven op de bergen balanceert men op de rand tussen leven en dood. Het is misschien wel die sensatie die ik steeds probeer op te zoeken en waar ik zo verslaafd aan geraakt ben.

Via dezelfde noordgraat ging het dan weer omlaag en die afdaling duurde bijna even lang als de bestijging ervan. Verscheidene stukken moesten afgedaald worden op het touw. Vooral de Grand Gendarm was een indrukwekkende afdaling, hangend aan een touw, hoog boven honderden meters afgrond. Het is daar dat ik merkte dat de bandjes van één van mijn stijgijzers volledig afgesleten waren. Deze waren zelfs volledig kapot waardoor ik mijn stijgijzer niet meer kon vastmaken. Gelukkig had ik deze een tijdje niet meer nodig.

Door de vermoeidheid was het extra opletten om geconcentreerd te blijven. De diepte loerde voortdurend en meestal werd er boven de diepte op de rotsen geklauterd en getraverseerd.

Ik kwam als eerste weer aan één van de torens die ik in het opgaan had afgedaald op het touw. Ik beklom deze weer samen met de beide Zwitsers gezekerd aan het touw. Ook daar geven de routebeschrijvingen een quotatie III aan, terwijl het toch weer meer iets had van een IV. De rots was overhangend en werd vooral in een barst beklommen.

Daarna werd het eenvoudig en bereikte ik al snel de sneeuwgraat onderaan de moeilijkheden. Het was voorbij. Er volgde nog wel een lange afdaling tot aan de Tracuit hut van zeker nog 2u. De vraag was of ik nog mijn stijgijzers op één of andere manier ging kunnen bevestigen. Bij één waren de bevestigingsbandjes aan de tip volledig door en bij de andere ging het niet lang meer duren. Via een constructie met een mousqueton kon ik deze gelukkig toch nog bevestigen voor de resterende afdaling.

Tijdens de afdaling stak er stormwind op met stoten van meer dan 100 km/h. De ideale condities om mijn nieuwe Gore-Tex-kledij eens te testen. De Zwitsers kwamen 20 minuten na mij en ik bleef op een beschutte plaats op hen wachten. Op de top van de Bishorn werden we bijna letterlijk van de berg geblazen.
Het gedeelte erna was een wandeling naar beneden over de Turtmanngletsjer. Het was ondertussen al 16u in de namiddag en de sneeuw was ontzettend week geworden. Onderaan op het vlakkere gedeelte van de gletsjer richting Tracuit hut, verdwenen we af en toe tot over onze knieën in het spoor. Voortdurend had je het idee om in een gletsjerkloof te zakken terwijl het gewoon de sneeuwlaag was die zeer week was geworden door de warmte.

Er waren echter wel veel gletsjerkloven en vrij diepe en donkere. Voor de veiligheid ging ik toch maar weer aan het touw met de 2 anderen.

Close-up van het rotsgedeelte van de noordgraat waarop de hoofdmoeilijkheden zich bevinden.

Na de hut bereikt te hebben, troffen we weer de Zwitserse gids aan die ook die dag de Weisshorn had bestegen. Met ons vieren daalden we later af naar de vallei, meerbepaald terug naar Zinal over de schijnbaar oneindig lange weg. Tegen 21u zat alles er eindelijk op. Sinds 2u15 waren we bijna onafgebroken onderweg geweest met af en toe een kleine rustpauze. Dat betekende bijna 19u klimmen en dalen. Zo?n inspanning had ik nog maar zelden geleverd.

Na deze klim zat het eerste deel van mijn vakantie er op en was ik blij dat ik weer naar België kon voor even om goed uit te rusten en te recupereren van al de geleverde inspanningen van de voorbije 2 weken.

Moeilijkheid

D-, zeer lange route waarin al de aspecten van het alpinisme aan bod kommen. Moeilijkheid in rots tot graad IV, wel steeds goed uitgerust waardoor men goed kan afzekeren. Op veel plaatsen wordt ietwat links van de graat geklommen. Hoofdmoeilijkheid is de Grand Gendarm die als een loodrechte muur opdoemt. Deze wordt beklommen in twee goede touwlengtes. De laatste sneeuwgraat naar de top is behoorlijk steil en verlangt goede klimtechniek met de stijgijzers. Indien nog geen spoor aanwezig kan dit stuk vrij vermoeiend en tijdrovend zijn.

Tijd

7 tot 8u vanuit de Tracuit-hut, indien de condities goed zijn (droge rotsen). Voor de afdaling kan men vrijwel dezelfde tijd rekenen. De afdaling via de oostgraat is minstens even lang en het nadeel is dat men dan in een totaal ander dal uitkomt.

  • Tracuit-hut (3256m) - Bishorn (4153m) : 2u30
  • Bishorn (4153m) - Weisshorn (4505m) : 5 tot 6u

Bart Naert (http://www.bartnaert.com)
 


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm