Alpinisme
>
Artikels 

Denali in a nutshell

Denali Dagboek, deel 1

12 januari 2004, 

Officieel heet de hoogste berg van Noord-Amerika Mount Mc Kinley, maar ter plaatse gebruikt men de naam Denali, de naam die de oorspronkelijke Inuit bewoners hem gaven. Denali betekent The high one.
Met zijn 6194m is de Denali niet alleen de hoogste van Noord-Amerika en dus een van de seven summits, het is ook de koudste berg ter wereld en de grootste berg ter wereld. Nergens anders vind je een blok van zo'n omvang, die praktisch van op zeeniveau oprijst.
Doordat Denali vlak onder de poolcirkel gelegen is, waar de atmosferische omstandigheden de zuurstofdruk verlagen, komt de beklimming van deze berg overeen met het beklimmen van een 7000er in de Himalaya. Daarbij komen de extreme weersomstandigheden, veroorzaakt door de nabij gelegen Beringzee.
De eerste beklimming was op 7 juni 1913 door Hudson Stuck, Harry Karstens, Walter Harper en Robert Tatum, langs de Muldrow route vanuit het noordoosten. Pas jaren later werd de huidige normaalroute, langs de West Buttress, geopend door Bradford Washburn op 10 juli 1951.

Talkeetna AirportAndere bekende routes zijn de West Rib, de Cassin Ridge, het Messner Couloir en de Wickersham wall, de indrukwekkende noordwand van ruim 5000m (!) hoogte.
Wij namen de West Buttress. In Talkeetna (107m), het Chamonix van Alaska, huur je een vliegtuigje bij een van de bush pilots, die je via een spectaculaire vlucht naar het basiskamp op de Kahiltna gletsjer brengt.
Dat dit niet zonder gevaar is, bewijst een ongeluk met vier doden enkele dagen na onze beklimming.
Vanuit dit basiskamp op 2200m, vertrekt de slopende tocht met sleeën van 20 tot 30kg en rugzakken van 20 tot 25kg over de enorme Kahiltna gletsjer. Langs opeenvolgende kampen op 2400m, 3000m en 3400m bereik je uiteindelijk het Basin Camp op 4300m. Daarbij heb je de keuze uit twee systemen, single of double carry. Bij een double carry breng je eerst een lading omhoog, die je dan ingraaft, een zogenaamde cache. Je daalt weer af en de volgende dag draag je de rest van je materiaal omhoog; je doet elk stuk twee keer. Wij hebben alles in single carry gedaan, alles in een keer mee. Dat is wel zwaar, want je moet ijshellingen tot 40° omhoog met ruim 50kg. Vooral de passage van 3400m naar 4300m langs Windy Corner is daarbij veruit de moeilijkste dag van de expeditie geweest.

slopende tocht met sleeënVanaf Basin Camp wordt er niet meer met sleeën gewerkt. Nadat je voldoende geacclimatiseerd bent, klim je via de headwall (ijs tot 55°, maar met vaste touwen) naar de West Buttress, een mooie rotsgraat van 5000m tot 5250m, met relatief eenvoudig klauterwerk en spectaculaire uitzichten. Op 5250m maak je het High Camp, van waaruit je de toppoging doet. Via Denali pass op 5600m, veruit de gevaarlijkste passage, klim je langs een lange sneeuwgraat naar het Football field op 5900m, dan via een steile helling naar de topgraat bij de Kahiltna Horn op 6100m om tenslotte via een messcherpe sneeuwgraat van ruim 400m lang naar de top te klimmen op 6194m.
Wij hadden geluk, er was amper wind en de temperatuur hing rond de -25°C, wat heel mild is voor de Denali. We konden meer dan een half uur op de top doorbrengen. Normaal keer je dan terug langs dezelfde weg, maar wij zijn rechtstreeks van de top naar het Football field afgedaald langs een helling van 55°, dat leek ons veiliger dan de sneeuwgraat terug te volgen.
De passage langs Denali pass is tijdens de afdaling nog gevaarlijker, hier gebeuren de meeste ongelukken. We hebben er dan ook onze tijd voor genomen. De dag van onze topbeklimming hebben de Rangers de helling geëquipeerd met sneeuwpiketten, wij hebben dat dus nog zonder gedaan.

Alle kampen die je bouwt, moet je ommuren met een sneeuwwal die boven je tenten uitkomt, als bescherming tegen de wind. Dit kostte ons dagelijks ruim twee uur werk met z?n zessen. De koudste temperaturen die we gehad hebben lagen rond de -40°C, overdag was het gemiddeld -10° tot -20°. Zodra daar wind bij komt, zit je uiteraard aan een veel lagere gevoelstemperatuur.

kamp met sneeuwwal

Wij hebben van 7 mei tot 21 mei op de berg gezeten, 12 dagen omhoog, waarvan zes dagen omhoog en zes dagen acclimatiseren, verspreid over de verschillende kampen en 2 dagen afdalen.

Tijdens onze afdaling kwam de grote massa op gang...

Begin mei was er weinig volk op de berg, hooguit een dertigtal mensen. Er heerste een erg gezellige sfeer in deze kleine gemeenschap. We hebben nog veel moeten sporen en altijd zelf onze kampen moeten bouwen. Eind april is een team van 2 man als eerste van het jaar op de top geweest, daarna heeft het tot 18 mei geduurd voor er iemand anders in slaagde. Dat waren wij zessen dus, samen met twee anderen een paar uur voor ons diezelfde dag. Tijdens onze afdaling kwam de grote massa op gang, met als grote boosdoener de grote commerciële expedities. De sfeer was om zeep, blij dat we weg waren.
Jaarlijks doen ruim 1100 mensen een poging om de top te bereiken, waarvan minder dan de helft daarin slaagt. Ondanks alle informatie, wagen nog steeds veel te veel onbekwame mensen zich op deze extreme berg en jaarlijks zijn er dan ook talloze ongevallen en vaak ook enkele doden. Andere redenen van mislukking zijn bevriezingen, hoogteziekte, slechte fysieke conditie, slechte weersomstandigheden en zeker ook mentale problemen en ruzies.

Links

Door een snijdende wind gegeseld, worstelen Christophe, Wim en ik omhoog langs de steile ijswand die naar het plateau voor Windy Corner leidt. Die naam heeft het alvast niet gestolen: duizend ijsnaalden geselen onze onbeschermde huid. De zware sleeën, gevuld met zowat alle voorraden voor de rest van de expeditie, doen er alles aan om ons in de lonkende afgrond van Peter?s Wall te trekken. De andere touwgroep met Tom, Henk en Frank levert ergens onderaan Squirrel Point een gelijkaardige strijd. Als we eindelijk op het plateau op 4000m hoogte aankomen, zie ik bij Christophe en Wim al het begin van frostbite. Als we hier nog even blijven, zitten we met bevroren ledematen. In de ijzige wind, door mijn skibril turend, zoeken we een geschikte plaats om onze voorraden in te graven. Niet evident op deze hoogte in Alaska, waar de sneeuw betonhard bevroren is. Uiteindelijk vinden we een sneeuwdrift, waarin we een gat kunnen graven dat groot genoeg is en bevrijd van onze last, dalen we snel weer af naar het beschutte kamp op 3300m. Onderweg komen we die Italiaanse gids met zijn klanten tegen, die blijkbaar toch omhoog willen. Ik waarschuw ze voor de gevaarlijke koude, maar ze gaan door. Twee dagen later zien we ze terug in Basin Camp op 4300m. Een van hen is enkele vingerkootjes kwijt? Game over.

wordt vervolgd...

 


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm