Alpinisme
>
Artikels 

White Out

Denali Dagboek, deel 3

26 januari 2004, 

Van start

Woensdagmorgen 7 mei, na een vroeg ontbijt in het Roadhouse, laden we al om 8 uur de vliegtuigen. Het is prachtig weer! Ironisch genoeg vertrekken Tom, Henk, Christophe en ik als eersten, terwijl Frank en Wim nog moeten wachten. De vlucht is adembenemend mooi, eerst over de vlaktes rond de grote rivieren, vervolgens over het voorgebergte, om tenslotte door spectaculaire bergpassen en tussen steile flanken door te vliegen.

geland op de gletsjer

Even voor de landing op de gletsjer maakt het vliegtuig nog een lange bocht, waardoor we het grootste gedeelte van de beklimming kunnen zien liggen. De gletsjers zijn hier enorm, net als de omliggende bergen. Indrukwekkend en groots.
Na een verrassend zachte landing op een zijarm van de Kahiltna gletsjer, zijn we in het base camp op 2200m. Hier zwaait Linda de plak. Zij is voor het hele seizoen de base camp manager, zij regelt het luchtverkeer, registreert de expedities en doet de verdeling van benzine en sleeën, dit een heel klimseizoen lang. Terwijl we wachten op Frank en Wim, beginnen we met het fitten van al het materiaal op de sleeën. Uiteindelijk komen we op een gewicht van 30kg per slee en een rugzak van 25kg per persoon.

In het base camp graven we ineens een voorraad eten in voor vier dagen. Dit voor het geval je bij terugkeer enkele dagen moet wachten om uitgevlogen te kunnen worden. Wim en Frank blijven lang achter en we besluiten om al met een touwgroep te vertrekken, die kan al het eerste kamp beginnen voorbereiden. Henk, Tom en ik vertrekken net op het moment dat het vliegtuigje van Frank en Wim landt.

materiaal verdelen

Voor ons ligt een etappe van bijna 10km over de enorme Kahiltna gletsjer, waarbij we eerst 200m afdalen tot 2000m hoogte om daarna geleidelijk te stijgen tot aan de voet van Ski Hill, waar het eerste kamp gebouwd wordt op 2400m.
Het is warm in de brandende zon. De omgeving is zonder meer overweldigend, ik heb nog nooit zo?n bergen gezien, helemaal anders dan in de voor ons zo vertrouwde Alpen, veel groter, meer sneeuw en ijs. Halverwege deze etappe halen Christophe, Frank en Wim ons in en we gaan samen verder. Iedereen moet wennen aan de onbekende bewegingen van het voorttrekken van zware sleeën. We moeten nog wat zoeken naar de juiste afstelling van de touwen om ons zo economisch mogelijk te kunnen voortbewegen.

In de late namiddag komen we aan de voet van Ski Hill op 2400m, een beschutte plek waar we ons eerste kamp moeten installeren. Dit verloopt niet zonder slag of stoot, we zijn nog niet op elkaar en de omstandigheden ingesteld. De posities in de groep moeten nog worden afgebakend, iemand moet de leiding nemen, er moeten gezamenlijk beslissingen worden genomen. Onze expeditie kan hier al mislukken, maar na wat bekvechten tussen de verschillende karakters in de groep komen we toch tot een bevredigend resultaat. We bouwen een ommuurde kampplaats waarin onze drie tenten samen kunnen staan en daarbij een kookput, waarin we allemaal uit de wind bijeen kunnen zitten. Van die kookput zullen we later afstappen omwille van het vele werk en hogerop ook omwille van veel te harde sneeuw om in te graven.
de kookputMaar die avond zitten we gezellig samen met z?n zessen te koken in die put, genietend van de prachtige, woeste omgeving. Rond half tien kruipen we in de tent. Ook hier moeten we nog een modus vivendi vinden en daar komt heel wat organisatie bij kijken. Maar één ding is zeker: we zijn eindelijk van start en staan aan de voet van deze machtige berg, net onder de poolcirkel in het woeste Alaska en alleen al dat besef is voor mij overweldigend.

White out

De volgende ochtend is het bewolkt en het sneeuwt lichtjes, maar er is voldoende zicht om naar het volgende kamp te trekken. Christophe, Frank, Wim en ik maken een ontbijt van pannenkoeken, iets wat we de komende weken nog vaak zullen eten. Tom en Henk koken in hun tent, iets wat ik zo lang mogelijk wou vermijden vanwege brandgevaar. Maar al gauw zullen we allemaal bijna altijd in de tent koken.
Rond half elf zijn we weer op weg, opnieuw in twee touwgroepen van drie, Tom, Henk en Frank en Christophe, Wim en ik. In deze combinatie zullen we het meest werken. Ik neem de kop en met mijn mp3-speler in mijn oren, glijden de saaie uren van monotoon omhoog sleuren voorbij. Christophe en ik zijn de enigen die muziek meegenomen hebben. Ik beklaag de anderen, sommigen hebben zelfs geen boek mee. Dat moet je wel meesleuren, maar ik zou niet zonder kunnen. Mediteren is niet mijn sterkste kant. We stijgen 200m per uur, relatief snel gezien het gewicht dat we omhoog dragen. De meeste expedities verkiezen het systeem van double carry, waarbij je de ene dag met de helft van je gewicht omhooggaat, je voorraden ingraaft en weer afdaalt. De volgende dag kom je dan weer omhoog met de rest van je lading. Ik haat het om hetzelfde twee keer te doen en we verkiezen dan ook om het leeuwendeel in single carry te doen, alles in één keer.

Al gauw zitten we in onze tentjes, buiten woedt een sneeuwstorm, binnen is het gezellig

Het weer verslechtert nu zienderogen en wanneer we op 3000m hoogte zijn, wordt het tijd voor beslissingen. Eigenlijk wilden we vandaag nog tot 3300m gaan, maar het zicht wordt bijna nul en niet iedereen voelt zich even fit om nog door te gaan. We besluiten om ons hier in te graven. Dat gaat heel wat vlotter dan gisteren en na 2 uur hard werken hebben we een drietentenput, compleet met wc en kookput. Christophe, Frank, Wim en ik volharden in het buiten koken, ook al sneeuwt het nu goed door. Maar het zal de laatste keer geweest zijn, Tom en Henk hadden dat blijkbaar al voorzien. Al gauw zitten we in onze tentjes, buiten woedt een sneeuwstorm, binnen is het gezellig.

Wanneer we de volgende ochtend wakker worden, is de tent voor driekwart ondergesneeuwd. Noodgedwongen kruipen we uit de tent om die weer vrij te scheppen. Na een uurtje werken, weer de tent in om ontbijt te maken.
white outDat in en uit de tent kruipen is een hele dril. Als je eruit moet, wacht je het onaangename werk om uit een warme slaapzak in koude kleren te kruipen, waarbij je tegen het natte of bevroren tentzeil komt, vervolgens in de voortent je zware expeditieschoenen aantrekken om je uiteindelijk buiten in de sneeuwstorm te wagen. Buiten moet je ervoor zorgen dat al je materiaal verankerd is en dat je het allemaal kan terugvinden als het ondergesneeuwd geraakt. Er weer in kruipen vergt nog meer werk, eerst moet je je volledig afborstelen om geen sneeuw of ijs mee in de tent te nemen, vervolgens alles weer uittrekken, je schoenen zodanig opbergen dat er geen sneeuw in kan waaien en je natte kleren tussen de twee grondmatjes, of zelfs in de slaapzak stoppen om te drogen. Ondertussen mag je niet vergeten om een zak verse sneeuw mee naar binnen te nemen om water te kunnen smelten. Dit alles met twee personen in een kleine ruimte, in het hoogste kamp zelfs met drie.

Als je in zo?n omstandigheden niet met elkaar overweg kan, loopt een expeditie al gauw stuk op geruzie. De volgende twee dagen woedt deze sneeuwstorm verder en we moeten er steeds vaker uit om de tent uit te graven. Op een gegeven moment sneeuwt het zo hard, dat we er om de twee uur uit moeten omdat het tentzeil tegen ons gezicht plakt. Die momenten buiten zijn de enige waarbij we de anderen nog zien. De rest van de tijd brengen we per twee in de tenten door, Christophe en ik voornamelijk lezend en muziek luisterend, de anderen pratend. Vooral Frank en Wim hebben elkaar veel te vertellen, zij kenden elkaar niet voor deze expeditie. Het grappige is dan nog dat de ene heel ordelijk ingesteld is en de andere eerder wat rommeliger te werk gaat. Maar ze komen goed overeen en vormen een prachtig team. Tijdens deze gedwongen opsluiting in onze tenten experimenteren we erop los met eten. Het gevriesdroogde voedsel van Adventure Food is verrassend lekker en gebruiksvriendelijk. Ik had op voorhand erg tegen dat astronautenvoedsel opgezien, maar nu verbaas ik me over het lekkere eten en elke dag vinden we nieuwe combinaties uit. De sfeer blijft ondertussen goed, we waren hierop ingesteld. Een ander voordeel van onze gedwongen opsluiting is het feit dat we ondertussen goed aan het acclimatiseren zijn. Bij mooi weer hadden we misschien veel te snel willen gaan, hevig als we zijn.

Spoor maken

Op de ochtend van de derde dag in kamp 3000m, is het nog steeds bewolkt, maar er is wat zicht en het sneeuwt niet meer. Amper 50m van ons staat nog een tentje. Ze hebben hier drie dagen naast ons geleefd, zonder dat we het van elkaar wisten. Na een ontbijt van cruesli en chocomousse, breken we op. Na al het graafwerk van de afgelopen dagen is ons loopgravenstelsel nogal uitgebreid. De kookput echter is volledig dichtgesneeuwd. De laatste keer dat we daar nog energie in steken. We moeten nog wat zoeken naar sommige uitrustingsstukken, onder andere Frank?s schop is onder de sneeuw verdwenen. Voor het eerst moeten de sneeuwschoenen aan, om door de meer dan kniediepe verse sneeuw te kunnen gaan. De drie mensen van het andere tentje vertrekken een half uur voor ons, zij doen een double carry en laten hun tent staan. Dankbaar maken we gebruik van het verse spoor. Maar een half uur later hebben we ze al ingehaald. Het blijken twee zusters, Theo en Theresa en een vriend van hen, Steve, te zijn, uit Anchorage. We nemen het sporen van hen over, ik neem de kop.

sporenIets onder Kahiltna Pass, berucht om het slechte weer hier, staat nog een tentje. Een Italiaanse gids met twee Duitstalige klanten. Hier draaien we naar het oosten en verlaten de Kahiltna gletsjer en trekken een steile zijvallei in, omhoog naar de voet van Motorcycle Hill, waar kamp 3300m gebouwd wordt. Het sporen door kniediepe sneeuw met sneeuwschoenen en onze sleeën valt niet mee. Na 150 hoogtemeters neemt Tom de kop. Voor het eerst komen we mensen tegen die afdalen. Wanneer we vragen naar hoe het hen vergaan is, krijgen we een kort antwoord: No summit, frostbite?
Tom spoort dapper verder en vroeg in de middag komen we aan de voet van Motorcycle Hill, waar we kamp 3300m opslaan. We hebben geluk, we kunnen onze tenten onmiddellijk opzetten in drie naast elkaar gelegen omwallingen. Geen graafwerk deze keer. Er staan nog een viertal andere tenten in de buurt, maar al bij al is het erg rustig op de berg. De expedities zijn door het slechte weer verspreid geraakt en velen keren al terug na een vervroegde opgave.
Omdat we zo vroeg zijn en het weer redelijk is, besluiten we om zo snel mogelijk omhoog te gaan en een cache te maken ter hoogte van Windy Corner. De passage van Windy Corner is een van de moeilijkste en gevaarlijkste etappes op deze berg. Hoe minder gewicht je hier mee hebt hoe beter. Je moet namelijk in één ruk 1000m omhoog, met enkele steile ijshellingen tot 40°. Na een herverdeling van onze voorraden, vertrekken Christophe, Wim en ik alvast omhoog, de anderen volgen wat later. De helling van Motorcycle Hill is erg steil, maar met enkel een slee en zonder rugzak gaan we vrij vlot omhoog. Bovenaan de helling halen we die Italiaanse gids en zijn klanten in. Die zijn enorm aan het knoeien, ze hebben geen stijgijzers aan en geraken niet over de verijsde stukken.

duizend ijsnaalden geselen onze onbeschermde huid

Bovenaan Motorcycle Hill krijgen we ineens een prachtig zicht op de gigantische westwand van de Denali. Hoog boven ons torent de West Buttress uit en zelfs van daarboven is het nog ruim 1500m naar de top. Op deze berg zijn de dimensies echt wel van een andere klasse. We volgen een steile ijshelling naar het westen en we passeren onderlangs Squirrel Point, een rotsband, waar ooit een marmot gezien werd, vandaar de naam. Het weer zag er van onderen gezien goed uit, maar hier zien we dat er over het plateau boven ons een sterke wind waait. Door een snijdende wind gegeseld, worstelen Christophe, Wim en ik omhoog langs de steile ijswand die naar het plateau voor Windy Corner leidt. Die naam heeft het alvast niet gestolen, duizend ijsnaalden geselen onze onbeschermde huid. De zware sleeën, gevuld met zowat alle voorraden voor de rest van de expeditie, doen er alles aan om ons in de lonkende afgrond van Peter?s Wall te trekken. De andere touwgroep met Tom, Henk en Frank levert ergens onderaan Squirrel Point een gelijkaardige strijd.

Als we eindelijk op het plateau op 3800m hoogte aankomen, zie ik bij Christophe en Wim al het begin van frostbite. Er vormen zich al witte plekken op hun wangen en Wim heeft last van koude vingers. Als we hier nog even blijven, zitten we met bevroren ledematen. We pakken ons dan maar zo goed mogelijk in. In de ijzige wind, door mijn skibril turend, zoek ik een geschikte plaats om onze voorraden in te graven. Niet evident op deze hoogte in Alaska, waar de sneeuw betonhard bevroren is. Uiteindelijk vinden we een sneeuwdrift, waarin we een gat kunnen graven dat groot genoeg is en bevrijd van onze last, dalen we snel weer af naar het beschutte kamp op 3300m. Onderweg komen we die Italiaanse gids met zijn klanten tegen, die blijkbaar toch omhoog willen. Ik waarschuw ze voor de gevaarlijke koude, maar ze gaan door. Twee dagen later zien we ze terug in Basin Camp op 4300m. Een van hen is enkele vingerkootjes kwijt? Game over. Ook Henk, Tom en Frank zijn bezig met het ingraven van hun last, een paar honderd meter lager dan onze cache. Ze waren niet zo hoog geraakt omdat Henk zijn stijgijzers in het kamp had laten liggen. We nemen Henk alvast mee terug, om met hem veilig Motorcycle Hill af te dalen. Wanneer we terug in het kamp zijn, is er nog wat volk toegekomen. Die avond gaan we wat socializen, we drinken zelfs een glaasje whisky bij een van de andere klimmers. We slaan ook nog een babbeltje met Theo, Theresa en Steve.


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm