Denk aan het milieu. Denk na voor je print!Denk aan het milieu. Denk na voor je print!

16-6-2009

Lieven Vlassenroot

Jurylid

Hube

De trouwe bezoekers van Belgische klimcompetities zullen zich Lieven Vlassenroot nog lang herinneren als een niet tot compromissen te verleiden scheidsrechter die snel in het zadel gejaagd was en bijzonder streng uit de hoek kon komen. Hij stond dan ook bekend om zijn scherpe beslissingen en zijn onbuigbaarheid als het op die beslissingen aankwam.
Op 28 maart laatsleden floot Lieven zijn laatste wedstrijd: het Jeugd Belgisch Kampioenschap in Entre Ciel et Terre in Louvain-la-Neuve. Diegene die stiekem bidden voor een vorm van competitie zonder enige vorm van regelneverij, zullen nu een zucht van opluchting slaken. Het zal niet ontkend worden dat er al wel eens gevloekt werd met Lieven in de scheidsrechtersstoel. Toch kan men tegelijkertijd moeilijk ontkennen dat er steeds scheidsrechters nodig zullen zijn om toe te kijken op het correct verlopen van wedstrijden, en Lieven, net zoals al de andere scheidsrechters van de Belgian Commisision for Competition Climbing, hield zich altijd strikt aan de regels.

Belclimb: Lieven, vier jaar en half van je vrije tijd heb je opgeofferd aan het jureren op klimwedstrijden. Is het een afwijking of een passie?

Lieven: Een beetje veel van beiden zou ik zeggen, met een overwicht voor de passie. Op sommige momenten is passie niet genoeg en heb je nog net een beetje gekheid nodig om alles toch tot een goed einde te brengen. Ik denk hierbij aan de duizenden kilometers die ik op één maand aflegde tussen België en World Cups in Italië, Zwitserland en Frankrijk…

Het werk van scheidsrechters speelt zich grotendeels in de schaduw van het hele gebeuren af, en vaak worden enkel de slechte dingen herinnerd. Is het niet bijzonder zwaar om altijd de zwarte piet te zijn?

Helemaal correct, al heb ik daar meestal niet te veel moeite mee gehad. De moeilijkste momenten zijn deze waarin je een correcte beslissing neemt, maar dat de geest van het klimmen zou zeggen dat je deze beslissing niet moet nemen. Ik denk hierbij vooral aan het aanraken van andere dan de startgrepen bij het boulderen of het stoppen van een klimmer die op een voetsteuntje van een verkeerde kleur staat doordat dit vuil is geworden. Maar ja, je wordt nu eenmaal scheidsrechter om de regels te laten naleven en niet om voor iedereen goed te doen. That’s the game and that’s the way it’s played.

Je bent in de Belgische competitie begonnen, maar je bent als een van de weinigen doorgegroeid naar internationale wedstrijden. Welke wedstrijd is je het beste bijgebleven?

Als ik echt moet kiezen, dan is het toch de World Cup in Chamonix 2005. In de aanloop naar de World Cup jureerde ik de Open Jeunes de Chamonix, gewonnen door Chloé Graftiaux. Daarna volgden twee waanzinnige dagen in schitterende weersomstandigheden. Ik deed er mijn internationale stage voor het speedklimmen. Het geven van de start voor duizenden uit de bergen afgezakte toeschouwers gaf toch wel een kick. Bij het lead-klimmen topte Alexandre Chabot zijn finale route onder luid gejoel van de toeschouwers, maar hun gejoel overstemde echter de mededeling van de jury dat zijn tijd op was. Dus nog geen overwinning, maar wel een superfinale tegen Paxti Usobiaga. Terwijl het vuurwerk voor de Quatorze Juillet losbarstte, barstte Alexandre Chabot in isolatie uit in tranen. Hij was zo dicht geweest bij een overwinning in « zijn » Chamonix. Een half uurtje later en in een mist van kruitdampen kroonde de Fransman zich dankzij een slippertje van Paxti uiteindelijk dan toch tot overwinnaar door de superfinale te toppen. Een echt kippenvelmoment.

Welke competitie is je het slechts bijgebleven?

Het kan misschien heel contradictorisch klinken, maar de grootste en belangrijkste wedstrijd die ik internationaal heb mogen jureren, werd op een bepaald moment ook mijn grootste nachtmerrie. Op de tweede van vier dagen van de Europese Kampioenschappen in Bercy Parijs werd er ‘s avonds de kwalifcaties van het speedklimmen gehouden. Tijdens de obligate demonstratie en observatie van de World record Wall kwam Sergey Sinitsyn bij me om te klagen over een betere en slechtere startgreep in de 2 routes. Wat bleek nu, de officiele grepen waren niet allemaal even identiek, maar zeggen dat de ene route sneller zou zijn dan de andere, was niet aan de orde aangezien beide routes « betere » en « slechtere » grepen hadden. Geen rerun van de kwalificaties en dus werd de echte nachtmerrie net op tijd bezworen.

Het internationale wedstrijdreglement is de laatste jaren sterk veranderd, mede door wil van het IFSC om ooit als olympische discipline erkend te worden. Enkele van de nieuwe regels lijken in het leven geroepen te zijn om het visuele spektakel van een klimwedstrijd te verhogen. Denk je dat dit een positieve invloed kan hebben op het competitieklimmen?

Ik had bepaalde wijzigingen liever niet gezien, maar andere kan ik alleen maar toejuichen. Het nieuwe format voor de boulderfinales vind ik bijvoorbeeld heel positief. Het is nu veel overzichterlijker voor het publiek en ook als scheidsrechter is de wedstrijd op deze manier heel gemakkelijk in de hand te houden. Een verslechtering is er in mijn opinie gekomen op het vlak van de superfinale in het Leadklimmen. Tijd als determinerende factor bij een ex aequo vind ik persoonlijk niet fijn omdat dit sommige klimmers heel erg benadeeld. Het is natuurlijk wel sneu als je gedeeld Wereldkampioen wordt… Het speedklimmen heb ik met de jaren leren waarderen. Volgens sommigen een marginale discipline, maar zonder twijfel de discipline die het meeste kans maakt om Olympisch te worden. Een World Record Wall maakt het zo mogelijk nog beter, al wordt die route na enkele jaren wel wat saai.

De BCCC houdt de teugels stevig in handen als het op het organiseren van wedstrijden aankomt. Toch kan men zich niet van de indruk ontdoen dat het competitieklimmen in België stagneert. Bij de Seniors bijvoorbeeld lukken alleen de boulderwedstrijden erin om een grote massa deelnemers aan te trekken. Wat schort er aan de officiële wedstrijden?

De officiële competities zijn op zich niet slecht. Het enige wat meestal echter ontbreekt, is de wil en het professionalisme om er echt iets meer van te maken dan alleen maar een wedstrijd. Het besef dat het organiseren van wedstrijden eigenlijk puur management is, is tot sommigen in de klimwereld nog niet doorgedrongen. Ik denk dat het BK Junior in Louvain la Neuve een heel goed voorbeeld is van hoe het zou moeten zijn. Alleen nog maar de prijsuitreiking met het kruim van de Belgische klimwereld. Gewoon prachtig ! Met mijn laatste vergadering van de BCCC in gedachte hoop ik dat vooral de grote wedstrijden iets meer om het lijf krijgen zodat het ook voor toeschouwers aantrekkelijker wordt en dat er voor de andere wedstrijden een stevige omkadering vanuit de BCCC en vooral de federaties uitgewerkt wordt.

Hoe zouden de wedstrijden verlopen zonder een Lieven Vlassenroot die de touwtjes in handen heeft?

Anders, dat is zeker, maar waarschijnlijk niet minder streng en rechtvaardig.

Als je één ding mocht wensen, wat zou het dan zijn?

Misschien wel binnen enkele jaren de draad van het jureren terug opnemen, maar dan natuurlijk wel op voorwaarde dat de federaties lessen hebben getrokken uit het verleden.

Veel succes Lieven!

Hube

De profiel pagina van Lieven Vlassenroot