cany
>
Artikels 

Canyoning in de Spaanse Pyreneeën

18 maart 2003, 

Een goed neopreenpak, neopreensokken, oude schoenen liefst met enkelsteun, een helm, canyoninggordel, musketon, acht en twee leeflijnen. Dat is alles wat je nodig hebt om uitermate aangename vakanties te beleven. Wat kan je daarmee dan wel doen? Wel, canyoning is de sport waar je al deze uitrustingsstukken aan kan linken. Naast de uitrusting is een beetje gezond verstand het belangrijkste extraatje dat je kan meenemen. Dat verstand uit zich het best in het nemen van een gids of op zijn minst iemand met genoeg ervaring. Als dat nog teveel gevraagd is tracht dan toch op zijn minst zelf over enige kennis te beschikken en informeer je steeds goed naar weersvoorspellingen en de aard van de canyon waar je in wil duiken.

landschap

De volgende vraag is natuurlijk waar? Want om met deze ingrediënten een super-de-luxe oppermachtige vakantie te beleven moet je best ook wel een bestemming hebben waar canyons te vinden zijn. Wel naar het schijnt zijn er in de Belgische Ardennen wel enkele minieme canyons te vinden. Daar kan je dus al naar toe trekken. Ik denk echter dat je meer tijd verspilt aan het zoeken dan aan het canyonnen zelf.
Echter in elke streek in Europa waar deftig wat reliëf is kan je wel canyons vinden. Italië, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk hebben allemaal canyons op hun grondgebied maar het Europese mekka bij uitstek ligt in Spanje.

afdalingMeer bepaald de streek van de Hoge Aragon en de Sierra de Guara. Een streek voorzien van een prachtige natuur, schitterende panorama?s en grootse canyons. Zelfs zonder aan canyoning te doen kan je hier een zalig verblijf doorbrengen. Naast de imposante fauna en flora op zich kan je ook genieten van verlaten dorpen in the middle of nowhere, prehistorische rotstekeningen, kleine en toch majestueuze kerkjes en de vriendelijkheid van de Spaanse bevolking. Ook op cultureel vlak kan je je ruimschoots verzadigen: musea, architectuur, de carnavales in februari? Echter vooral de fiestas de verano ter ere van een heilige in zelfs het kleinste dorp van de streek de hele zomer door tonen de aard van de plaatselijke bevolking, noest werkend en toch zo genietend van het leven.

Maar dus, zoals reeds gezegd, geeft canyoning dat extra surplus aan een verblijf in deze streek. En keuze is er meer dan genoeg. Mits enige ervaring en het inhuren van een gids zijn de ongeveer 250 canyons van deze streek alle toegankelijk maar zelfs voor beginners kan er nog uit een aanbod van een vijftigtal canyons in alle maten en gewichten gekozen worden.

De bekendste canyon van de ganse streek is de Rió Vero, 8 kilometer lang en met een miniem hoogteverschil van 200 meter. Touwen heb je niet nodig hoewel een klein noodtouwtje nooit overdreven bagage is. Ook de gordel mag je thuislaten. In deze canyon staan er immers geen rappels op het programma. De imposante omgeving en enkele mooie sprongen maken deze canyon tot een absolute aanrader. Het tofste aspect zijn echter de sifons.

Pocoloco, een Spaans gidsenbureau actief  in deze streek met Vlaamse gidsen, maakt er een erezaak van om alle maar dan ook echt alle sifons die deze canyon rijk is te vinden. Een ruwe schatting bracht ons op het getal 30 à 35 verschillende sifons. Dit kan soms tot de extremen gaan van 10 meter lang en 3 tot 4 meter diepgaand. Verder of dieper zou wel eens te gevaarlijk kunnen zijn. Alleszins leer je in deze canyon het plezier van sifonduiken kennen en de mogelijke angst hiervoor te overwinnen. De omgeving doet zeker niet onder aan de ervaringen in de canyon zelf. Ook door alleen maar rond te kijken kan je van de ene verbazing in de andere vallen. De Rió Vero is immers een canyon uitgesleten in een soort ruwe kalksteen en op sommige momenten geeft dat wanden tot 400 meter hoog aan uw zijde en een breedte van meer dan 100meter. In deze wanden bevinden zich grotten met prehistorische rotstekeningen die je kan gaan bezichtigen, weliswaar niet tijdens het canyonnen zelf maar als gewone toerist met short, sandalen, zonnebril en blote borstkas indien gewenst. Eén nadeel geeft de ruwe kalksteen wel en dat is dat je er vingertoppen aan overhoudt die er minstens even slecht uitzien als na een weekendje klimmen in Fontainebleau en ook aan de neopreenpakken kan al het schuren en glijden een enorme slijtage veroorzaken.

De Vero behoort tot de langste canyons van de streek maar de langste canyon van Europa bevindt zich ook in dit gebied, namelijk de Rió Bellos. Deze canyon, waarvan ruim 18 kilometer getopografeerd is, ligt spijtig genoeg grotendeels in het parque nacional de Ordesa y Monte Perdido. In het natuurpark is het verboden canyoning te beoefenen en dus moeten we deze nochtans veelbelovende kloof links laten liggen. Een illegale descente zet je best uit je hoofd want indien je gegrepen wordt dan wordt uw volledige uitrusting in beslag genomen. Je kan wel een deel van de kloof doorrijden met de auto of fiets langs een asfaltbaan die naar een hogergelegen dorp loopt. Op een bepaald moment kom je langs deze baan een plaat in de rotswand geklopt tegen die de waterstand aangeeft van na een onweer in oktober 1977. Klinkt onbelangrijk behalve als je weet dat de rivier op zijn normaal pijl een goede 6 meter lager loopt (misschien zelfs meer, ik heb het nog nooit gemeten) en op dat punt de kloof toch bijna tien meter breed is.

afdalingHet absoluut tegenovergestelde van de Vero vind je in de Gloces. Kort maar krachtig is een perfecte beschrijving van deze canyon. Slechts 800 meter lang met een hoogteverschil van 120 meter behoort hij of is het zij toch tot de mooiste van de streek. Deze pracht wordt gecreëerd doordat deze canyon over de ganse lengte niet veel breder is dan schouderbreedte en dit met wanden die tot 50 meter boven u uit torenen. Het schoonste moment om in deze canyon te zitten is wanneer de zon de bodem raakt en een fijne zonnestraal het stromende water streelt. Een toffe rappel van 12 meter en enkele sublieme tobogans vervolledigen het geheel.

Een andere canyon die de moeite waard is is de Miraval. Eveneens diep uitgesneden vormt ook hij een natuurlijk prachtjuweel. Spijtig genoeg heeft deze canyon vooral gedurende de weekends last van overbevolking door horden Fransen die met bussen worden aangevoerd. Hierdoor kan het gebeuren dat zelfs de ochtendspits op de ring van Brussel erbij in het niets zinkt. Tevens zijn na hevige onweders in 2001 alle sifons en bassins volgestroomd met stenen. Zodat enkel het natuurschoon deze canyon nog de moeite waard maakt en springen en andere funstuff uitgesloten is. Hopelijk geraakt deze canyon komende lente nog eens schoongespoeld.

Dat dit mogelijk is bewijst de Barossa. Deze canyon op slechts 1 kilometer van de Franse grens is heel aangenaam om doen omwille van de vele variatie die er te vinden is. Enkele rappels, een schitterende tobogan naast enkele kleinere, een plezant sifonnetje en de mogelijkheid tot installatie van een deathride maken deze canyon tot een waar plezier. In 2000 bezocht ik deze voor de eerste maal en hij beviel me zo dat ik de hele periode tot mijn volgende verblijf in de streek uitkeek naar deze canyon en dan vooral de tobogan. Toen ik echter ter plaatse arriveerde bleek hij door hevige regenval volgespoeld te zijn met stenen. Het was als het ware een snelweg geworden. Gelukkig is er de voorbije lente weer voldoende water gepasseerd om grote schoonmaak te houden en konden we dit jaar weer ten volste genieten van deze natuurlijke speeltuin. Echter pleziertjes duren nooit lang en in augustus kwam het slechte weer wederom roet in het eten gooien en werd de Barossa terug tot kasseistrook omgevormd. Benieuwd wat het volgend jaar zal worden?

glijbaanPrachtige natuur hebben we al gehad, plezante canyons ook, het enigste wat nog ontbreekt zijn de pure adrenalinestoten. Dat vormt echter geen probleem. Vele canyons zijn voorzien van sprongen zoals bijvoorbeeld de Escuain. Sprongen van 7 à 8 meter staan vaak genoeg op het menu in deze streek. Eenmaal hoger moet je beginnen opletten voor rugblessures en dergelijke. Slechts ervaring kan het veiliger maken. Een andere vorm van adrenalinekick kan je verkrijgen met rappels. Canyons met rappels tot veertig meter zijn gemakkelijk te vinden. Salcorz, Furco en Foz de la Canal zijn er maar enkele uit het lijstje. Echt spannend wordt het pas als je hoger gaat. Hiervan vormen Sorrosal (2 keer 40 meter onmiddellijk na elkaar = 80 meter), Lapazosa (60m) en Cebollar (120 gefractioneerd in 50 en 70m) het bewijs. In de Sierra de Guara vind je dan nog de extremen als de Barranco d?Escomentué met een hoogteverschil van 450 meter over een afstand van 600 meter.

Hiermee heb ik slechts een fractie van de canyons in deze wondermooie streek beschreven of vernoemd. Er is nog zoveel meer te doen en te vinden. Een aanrader is het sowieso en mij zal je er nog wel enkele zomers tegen het lijf kunnen lopen. Voor zij die niet zonder klimmen kunnen kan ik nog even vermelden dat Rodellar, waar Nicolas Favresse vorig jaar zijn 8b à vue klom, in het midden ligt tussen twee van de mooiste canyons van de streek, Gorgas Negras en Mascún. En ook een beklimming van de Monte Perdido en een bezoekje aan de bekende Brèche de Roland behoren tot de mogelijkheden.

Tijl


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm