Alpinisme
>
Artikels 
Alpiene ervaringen in Peru

Alpiene ervaringen in Peru

Expeditie op de Cordillera Blanca

27 januari 2012, 

Sinds enkele jaren klimmen wij, Tobias Pans (22) en Bruno Schoenmaekers (23) samen. Elke vakantie brachten wij in de Alpen door, maar nu kwam er een nieuw idee op. We wouden hoger, verder, extremer. Met andere woorden: op expeditie. Omwille van de relatief makkelijke bereikbaarheid en de iets lagere kosten, kozen wij voor de Cordillera Blanca in Peru. Onze expeditie ging door van 3 juli tot 14 augustus 2011.

Urus, Ishinca en Tocclaraju

Om te acclimatiseren zijn we naar de Ishinca vallei gegaan. Vanuit het Ishinca basecamp hebben we eerst Urus en Ishinca beklommen. Urus is een gemakkelijke berg (PD) van 5420m hoogte. Om de top te bereiken heb je amper 4 uur nodig, perfect om te acclimatizeren. Het zicht op Ishinca, Tocclaraju, Ranrapalca, e.a. was schitterend.
Ishinca vraagt al wat meer alpine ervaring vermits er duidelijk meer spleten zijn en hier en daar ook enkele steilere maar korte stukjes (45°-50°). Bovendien duurt deze beklimming ook al wat langer en komt op 5530m uit. Onze route liep over de noordwestgraad (normaalroute) naar boven en ging over de zuidwestgraad naar beneden, een mooie overschreiding. Hier hebben we dan ook voor de eerste keer op een sneeuwchampignon gerapellt, een spannende ervaring.
Na een nachtje rust voelden we ons al weer topfit. We besloten dan ook geen rustdag te nemen. Tegen 11:00 vertrokken we richting camp 1 van Tocllaraju, om deze de volgende dag te beklimmen. Tocllaraju is 6034m hoog en met D gequoteerd. De wandeling naar het kamp nam 4 uur in beslag. Een steil padje loopt op het einde van de valei noordoostelijk over de moraine. Tegen het einde moesten we nog een kort stukje over de gletsjer lopen, wat bij ons perfect zonder stijgijzers ging. Tot onze verrassing waren we helemaal alleen in het kamp, wat ook voor de beklimming het geval zou zijn.
Om 1:00 zijn we opgestaan. Het weer was allesbehalve goed. ‘s Nachts was het helemaal toegetrokken en het zicht was heel beperkt. We besloten toch te vertrekken. Eerst moesten we een weg door het labyrint van spleten zoeken, om daarna een steile passage van 70° doorheen de seracs te klimmen. Zo kwamen we uiteindelijk op de noordwestgraad uit toen het licht werd. Hier begon het dan ook al wat op te klaren en konden we van het prachtige zicht genieten. Nu moesten we gewoon over de rug tot op de top, met af en toe een steiler stukje tot 50° met op het einde een wandje van een touwlengte 60°. Daarna bracht een kort stukje graad ons meteen naar de top. Op de top sloeg het weer ineens om en voelde ik mij enorm slecht. Gelukkig ging het met Tobias beter, zodat we veilig konden afdalen. Om half 1 stonden we dan weer in kamp 1 en zijn dan nog naar het basecamp afgedaald.
Van deze beklimmingen waren we toch wel vrij moe. Ook het weer was wat slechter geworden. We besloten om de volgende dag af te dalen en Ranrapalca links te laten liggen.

Quitaraju

Na twee dagen rust in Huaraz waren we klaar voor de volgende beklimming. We kozen voor Alpamayo en Quitaraju. De aanloop naar het basecamp start in Cashapampa. Het was een mars van twee dagen doorheen de mooie Santa Cruz-vallei. Van het basiscamp gaat het verder over de moraine, waar we het morainecamp links lieten liggen. Zo kom je op een gletsjer waar de slalom rond de reuze spleten begint. Na een spurtje onder een dreigende serac, stonden ons enkele steilere stukken tot ongeveer 55° te wachten. Uiteindelijk kwamen we op de col tussen Alpamayo en Quitaraju uit. Van hier moesten we noch ongeveer 50m afdalen om tot het colcamp op 5400m te geraken. Gelukkig waren er voor de stijle stukken fixtouwen, want anders was dat met die zware rugzakken niet eenvoudig geworden. Spijtig genoeg was het de hele dag bewolkt met redelijk wat wind en tegen het einde ook sneeuw.
De volgende dag planden we omwille van vermoeidheid en het slecht weer een rustdag. Tegen de avond trok het terug open en bleek er een kans te bestaan de volgende dag te kunnen vertrekken. Zoals iedereen zijn we om middernacht opgestaan, om nog 2 uur op beter weer te wachten. Toen we zagen hoeveel andinisten er richting Alpamayo vertrokken vonden we het al direct een minder goed idee om hen in deze route te vergezellen. Zo besloten we spontaan om de andere kant uit te gaan en Quitaraju (6040m) te beklimmen (D; gemiddeld 55° sneeuw en ijs; 600m). Na 1.5 uur stonden we aan de voet van de wand. Vanaf hier ging het 500m omhoog met 50-60° sneeuw en ijs met af en toe een stukje rots ertussen. Tot in de helft van de wand konden we zonder tussenzekeringen klimmen. Daarna klommen we simultaan met regelmatig een ijsvijs of snowsteak. Uitendelijk moet je de wand naar links verlaten om op de noordgraad uit te komen. Vanaf hier is het terrein gemakkelijker, tot ongeveer 30 meter onder het voortopje. Om deze te overwinnen hadden we met 70° steile fluten met poedersneeuw te kampen. Spijtig genoeg was het tegen dan helemaal dicht getrokken en moesten we de laatste 100 hoogtemeters tot op de top in de mist afleggen. Maar zoals bekend, is de top bereiken nog maar de helft van een beklimming. Ongeveer 10 rappels in steil terrein stonden ons te wachten. Om sneller te kunnen afdalen hebben we met twee Amerikanen een team gevormd. Vanaf de wandvoet waren de moeilijkheden eindelijk over, en een half uur later stonden we in het colcamp. Na een maaltijd en wat thee kropen we snel in ons bed. We besloten de volgende dag om 6 uur op te staan en af te dalen. Quitaraju was heel vermoeiend, en het weer zou ook niet zo goed worden de volgende dagen. Tevens kan ik ook niet zeggen dat er geen verlangen was naar de luxe in Huaraz.

Huascaran “the shield”

In Huaraz besloten we 3-4 dagen te recupereren en dan “the shield” op Huascaran sur te beklimmen. Huascaran sur is met 6700m de hoogste berg van Peru. Aan zijn zuidwestkant wordt hij gekenmerkt door een driehoekige ijswand die eruit ziet als een omgekeerd schild, in het spaans “El Escudo”. De route die over dit schild loopt is 750m hoog, bevat enkele lengtes ijsklimmen tot 80° en is met D+ gequoteerd. Een echte uitdaging dus. Ondertussen waren ook onze vrienden Joke en Jonathan van de LUAK aangekomen. Zij hadden toevallig in dezelfde periode als wij ook een reis naar Huaraz geboekt. Het deed deugd weer eens bekende gezichten terug te zien en verhalen uit te wisselen.
Op de derde rustdag kreeg Tobias te kampen met een maagdarminfectie, en waren we genoodzaakt ons verblijf in de stad te verlengen. Twee dagen later ging het dankzij antibiotica al veel beter en zijn we vertrokken. Helaas werd al kort na het vertrek in Musho duidelijk dat Tobias nog niet helemaal gezond was. Koorts, zwakte en diarree maakten de approach niet makkelijker, en toch haalde hij het basecamp. De volgende dag zouden we terugkeren, maar wat een verassing; Tobias leek als herboren en we konden vertrekken naar het morainekamp.
Na een gezellige nacht zijn we tegen 8 uur richting kamp 2 vertrokken. Alles gingt perfect: Tobias voelde zich goed, het was lichtjes bewolkt en we gingen vlot vooruit. Na Kamp 1, dat we overgeslagen hebben, begon het wat stijler te worden en moesten we door vrij grote spleten zigzaggen. Gelukkig was er een goed spoor. Aan de voet van “the shield” vonden we een mooie kampplaats en we begonnen direct te koken en een plateau uit te graven. Geen gemakkelijke taak op 5800m hoogte. Na een heel korte nacht met weinig slaap, verlieten we de tent voor de beklimming. De route was die maand nog niet veel geklommen en het slechte weer van de dagen voordien had alle sporen laten verdwijnen. Wij moesten dus zelf een weg door de seracs zoeken. Na 5 lengtes hard ijs kwamen we op de graad van “El Escudo” uit. Het was ijskoud, en we gingen niet al te snel vooruit. Eens op de graad werd het makkelijker en konden we corde tendue klimmen. Als afsuiter stond ons een 50° wandje in perfecte conditie te wachten. Dit klommen we solo tot aan de uitklim. Vanaf hier stonden ons nog 150 hoogtemeters te wachten. Helaas was het al 14:00 uur en begonnen er wolken op te komen. We besloten om te keren. De oriëntatie voor de afdaling is niet echt eenvoudig en we wouden niet het risico lopen in de Gargenta (normaalroute) te verdwalen. Om 18 uur stonden we eindelijk bij onze tent. Na een verdere nacht zijn wij in een keer naar Musho afgedaald en nog dezelfde avond waren we weer in Huaraz.

Pisco zuidwand

Op dit moment hadden we wat genoeg van grote beklimmingen met lange aanloop. We vroegen aan Edward, de eigenaar van ons hotel, of hij geen korte, technische beklimming kende. Na wat brainstormen kwamen we uit op Pisco zuidwand. Een wand van 600m hoogte, meer wisten we er ook niet echt over. Edward zei dat het ongeveer 50° zou zijn, wat later niet zo bleek. We dachten dat het wel spannend kon worden: een route die heel zelden beklommen wordt en waarover er niet veel informatie te vinden is. Dat moet een avontuur worden!
De aanloop naar het basecamp moesten we helaas zonder ezels doen, omdat deze al allemaal verhuurd waren. Na 3,5 uur wandelen met de onbarmhartige rugzak van ongeveer 30 kg stonden we uiteindelijk in het basecamp. Hier konden we voor de eerste keer genieten van de luxe die je hebt als je met gids gaat. Joke en Jonathan waren namelijk ook op weg naar Pisco en we mochten bij hen in de kooktent zitten en kregen er allerlij lekkers. Beste dank hiervoor. Zij gingen de volgende dag de top via de normaalroute beklimmen. Wij liepen tot aan een meertje, kort onder het morainekamp, om de volgende dag de top te doen. Tegen 1:00 uur zijn we vertrokken. Eerst ging het nog wat over de moraine, dan begon de gletsjer. We wisten dat we ergens naar rechts onder de wand moesten traverseren. Lange tijd volgden we de normaalweg. Uiteindelijk vonden we een mogelijkheid, maar gemakkelijk was het niet. De grote vlakte zat vol met spleten, zodat het net een labyrint leek. Bovendien werden we vertraagd door diepe sneeuw, waarin we soms tot boven de knieën inzakten. Na vijf uur stappen stonden we dan eindelijk aan de voet van de wand. Eigenlijk hadden we gerekend om na 2,5 uur aan te komen, maar we maakten ons er niet al te veel zorgen over. Het weer was stabiel, en eigenlijk is het ook niet slecht bij de beklimming wat licht te hebben. We klommen corde tendue met af en toe wat tussenzekeringen. Na 4 keer afwisselen hadden we al snel meer dan de helft van de wand geklommen. Tot hier waren de condities perfect, af en toe een wat ijsig stukje tot 60°, maar geen grote problemen. Dan kwam er een moeilijker stuk en begonnen we te zekeren. Een prachtige mixedlengte met perfect hard ijs. Later pas merkten we op, dat we hier al wat te ver links zaten. De volgende lengte zag er ook tof uit, weer mixed. Maar het bleek al snel niet meer zo mooi te zijn als het er van beneden uitzag. Een klein rotsstukje vormde een hindernis in de wand. Daarnaast was er gelukkig voldoende goed ijs om een ijsvijs te plaatsen. Maar boven de rotsen begon de miserie. Enkel poeder. Diepe poeder. Geen kans met een snowsteak, en al zeker niet met een ijsbijl. De volgende moves leken meer op die van een boulder in Bleau. Voeten heel hoog op een rotsuitsteekseltje, dan de handen begraven in de poeder en andere voet heel ver naar rechts op de sneeuw. Hopelijk houdt het. De spanning was voelbaar. En het hield. De passage was overwonnen. Boven dit stuk kregen we enkel nog maar losse sneeuw voorgeschoteld. Gelukkig was er af en toe een ijsplek, net groot genoeg om een stevig relais te maken. Nu zagen we ook duidelijk dat we te ver links zaten, midden in de seracs. Naar rechts traverseren was niet meer mogelijk, en we klommen slalom rond de hoge ijstorens. Hier kwamen we dan nog een stukje 80-90° ijs tegen, maar gelukkig niet al te lang. De top was niet meer ver, spijtig genoeg de nacht ook niet. Shit, wat doen we nu? Het zijn nog 3 lengtes, maar er was geen kans; de laatste 2 lengtes zouden we in het donker moeten klimmen. Vermits we te ver links zaten moesten we naar rechts zien te komen. Spijtig genoeg konden we niet zien hoe. Toen we een goed plateau vonden, groot genoeg om met twee op te liggen en met stevig ijs voor een relais, besloten we te bivakeren. Het was een ijskoude nacht, en alles wat we nog hadden was een liter water. De volgende dag zagen we dat we ongeveer 10 meter moesten rapellen. Van hier stonden we na 2 moeilijke lengtes op de graad. Om daar op te komen moesten we door een ijscheminé naar boven klimmen. “Ik zit vast” roept Tobias, maar na wat wroeten lukt het hem toch. Vanaf hier was het nog 15 min stappen tot op de top. We hadden het gehaald. Jeeehaaa! Misschien wel een Belgische eerstbeklimming?
De afdaling was heel gemakkelijk. Drie uur later zaten we al aan de tent, een soepje te koken en koeken te eten. Wat een tocht.

Chopicalqui

Van deze beklimming waren we vrij uitgeput, en als het niet onze laatste dagen in Peru waren geweest, waren we zeker in Huaraz gaan rusten. Maar vermits het nu of nooit was, kozen we als volgende berg de duidelijk gemakkelijkere Chopicualqui (6300m). Deze beklimming staat AD en bevat enkele korte stukjes 50° sneeuw. Van onze kampplaats aan het meertje van Pisco konden we in een dag doorstappen tot het Chopicalqui basecamp. De volgende dag hebben we de drie uur tot aan het morainekamp gewandeld. Mooie plaats, maar je hoort constant steenslag en water halen is er levensgevaarlijk. Om middernacht vertrokken we. Al na twee uur stonden we aan het colkamp, waar nog een groep van drie klimmers vertrok. Vanaf hier was het ijskoud. De wind blies ontzettend hard en we verlangden al dat het eindelijk licht zou worden. Omwille van de koude was het dan ook niet mogelijk een pauze in te lassen waardoor we goed opschoten. Zo hadden we om zeven uur al het laatste steile wandje overwonnen. Om acht uur stonden we op de top. Nog altijd met heel veel wind, maar gelukkig dat aan het afzien nu bijna een einde zou komen. Dezelfde dag daalden we nog af naar het basiskamp en de volgende dag naar Huaraz. Ons avontuur was gedaan. Deze expeditie was zeer leerrijk, en we hebben er veel ervaring kunnen opdoen. Maar onze honger naar avontuur is zeker nog niet gestild ...

Voor commentaar, opmerkingen of vragen mag je ons altijd contacteren.
Bruno Schoenmaekers: ichbinbruno(at)gmx.com
Tobias Pans: tobias_pans(at)hotmail.com


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Foto's 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm