Alpinisme
>
Artikels 

Weisshorn (4505m)

1 oktober 1999, 

De Weisshorn, 4505m. Voor velen de mooiste 4000-er van de Alpen. Langs geen enkele zijde gemakkelijk te beklimmen. Hoog steekt hij uit boven het Matterdal. Van bijna op elke top is hij wel te zien. Ik heb hem beklommen in de maand augustus 1998. Hier volgt mijn relaas:

De regen stroomde met bakken uit de lucht in het Matterdal. Ook toen we aankwamen in Randa met de wagen. Vincent en ik bleven in de auto wachten. Gelukkig na een half uur hield het op en trok de hemel open. In snel tempo ging het dan in twee uur en dertig minuten naar de 1600m hoger gelegen Weisshornhut. Daar aangekomen was de hemel weer volledig dichtgetrokken. De vallei en al de toppen vertoefden in dikke, mistige wolken. Vincent was pessimistisch en zei dat hij met zo' n weer de volgende dag niet omhoog trok. Met de huttenwaard kwamen we niet goed overeen.

Om 3u30 ?s morgens vertrokken we als laatsten aan de hut. Maar niet voor lang. Er was geen enkele ster aan de hemel te zien en het weer was slecht. Als het bij dageraad niet beter werd, zou Vincent opgeven. Na 2 uur over gletscher en door een woestenij van puin zich te hebben begeven, zat iedereen vast. Al de touwgroepen waren in elkaars buurt, maar niemand wist zeker langs waar het nu moest. Het was nog pikdonker en het was een tijd geleden ook nog beginnen sneeuwen. Je zag goed dat iedereen aan het twijfelen was. Gelukkig waren er gidsen bij die de weg wisten, dus iedereen daar achteraan.

De volgende 400 meters moest men door een brede rotskam vol met losliggende stenen. Alles lag hier bedekt met een laagje verse sneeuw. Beneden aan de rotskam was Vincent gestopt. Hij ging terugkeren moest het weer niet openklaren. Alleen ging ik dan verder. Al de touwgroepen waren ver achter mij. Zo goed mogelijk de steenmannen volgend kwam ik door de rotsflank boven op de graat. Iets voor mij zag ik toch nog een gids en deze zijn klant. Het volgende uur ging nu verder over de lange rotsgraat met veel IIe en stukjes IIIe graad klimmen. Alles was verijst. Al de rotsen lagen vol vorst en sneeuw en waren bijgevolg spekglad. Zo ook de volledige rotsflank die ik net was uitgeklommen.

In de helft van deze uiterst gevaarlijke graat stak ik de gids voorbij en nam dus de leiding. Maar wat zag ik; in de verte achter mij begaf Vincent zich ook op de rotsgraat. Ik had het wel gedacht. Na nog een halfuur was ik aan het einde van deze heikele graat. Hier op deze graat had ik de zon maar af en toe gezien, door de mistige wolken die rond de bergen hingen.

Nu begon de sneeuwgraat. Vincent was bij mij terug geraakt. Hier nam de gids terug de leiding en spoorde in de verse sneeuw. Het weer was weer helemaal dichtgekomen. Men zag amper 10 meter ver. Hoe hoger we gingen, hoe beter we de kreten uit de verte hoorden. Op 4300 meter kwamen we 2 Spanjaarden tegen die de vorige dag niet meer weergekeerd waren naar de hut. Ze hadden de nacht doorgebracht in een kloof, ietwat in de oostflank. Nu durfden ze niet meer bewegen. Het zicht was nihil. Er heerste een noorderwind en het was ijzig koud. De verse sneeuw waaide op. De gids voor ons ging over tot de actie en begon een touw te spannen van de graat naar de kloof in de oostwand. Vincent zei mij dat hij nu definitief stopte. De top interesseerde hem niet meer. Zeker nier met dit weer. Hij bood ook hulp en gaf materiaal aan de gids.

Alleen ging ik dan verder naar de top. Het was nog een goed stuk. De graat was redelijk steil en in slechte toestand. Mijn tenen begonnen volledig gevoelloos te worden in mijn bergschoenen. Maar ik ging door. Ik moest absoluut de top halen.

Zeer snel klom ik op mijn voorste stijgijzerpunten verder in het harde ijs. Het contrast tussen sneeuw en lucht was miniem. Hopelijk werd ik niet sneeuwblind. Eindelijk kwam ik aan de verijsde rotsen net onder de top. Zeer voorzichtig en geconcentreerd begaf ik mij op deze.

Daar was het kruis. De top. Het was net een mirakel. Ik kwam aan op de top en enkele wolkenflarden trokken zich open. Ik bevond mij boven de wolken. Ik voelde mij net op een himalayareus staan. Veel wind, opstuivende sneeuw, alles bevroren (mijn haar en mijn tenen) en de lucht die continu open en weer dicht trok. Het ene moment stond ik in de zon, en zag uit over een oneindig wolkendek. Het andere moment in de wolkenbrij. Als de lucht zich nog éénmaal opentrok en een oneindig vergezicht van paradijselijk schoon zich voor mij opende, hief ik mijn piolet boven mijn hoofd en riep een kreet van vreugde. De wolken vlogen met immense snelheden voorbij.

Na een kleine tien minuten begon ik terug aan de zeer lange afdaling. De rotsen onder de top waren zeer delicaat. Ik verdween terug in de mistbrij. Er kwam een silhouet op mij af. Het was Vincent. Hij begaf zich ook naar de top. Op de voet gevolgd door twee Italianen en de rest van de alpinisten. Velen gebruikten ijsvijzen op de graat. Lager op de sneeuwgraat stak ik de twee Spanjaarden voorbij, die langzaam terug aan het afdalen waren.

Eenmaal terug aan de rotsgraat werd het weer uiteindelijk beter. Ik kon nu de volledige sneeuwgraat en de top zien. Slechts af en toe kwamen er nog een paar wolkenslierten voorbij. Mijn voeten waren terug ontdooid. Ik wachte hier op Vincent om samen af te dalen. Toen hij terug bij mij was bonden we ons aan voor de afdaling over de verijsde rotsgraat. Maar alles was reeds ontdooid en de rotsen waren droog. Zonder problemen ging het tot aan de rotsflank.

Hier borgen we het touw terug op. De zon scheen nu, maar er waren nog steeds veel wolken. Twee uur later arriveerden we als eersten terug aan de hut.

Hierna daalden we snel terug naar het dal. Ieder een andere weg. Lager kwam ik op mijn weg nog twee ongeruste Spanjaarden tegen die naar de hut gingen. Ze vroegen mij of ik op de berg geen 2 andere Spanjaarden was tegengekomen. Ik stelde hun gerust en deed het hele verhaal.

Met kapotte knieën kwam ik aan de wagen. Iets later pik ik lager in het dal ook Vincent terug op. Deze beklimming voelde zeer speciaal aan. Alsof men iets groots gedaan heeft. Men komt terug van zeer hoog, van een andere wereld. Het was prachtig.

Informatief

Moeilijkheid : AD
Tijd : 6 tot 7 uur vanaan de hut tot op de top.
Hoogteverschil
: 1600m voor de hut en nog eens 1600m voor de top.


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm