Alpinisme
>
Artikels 

Finsteraarhorn, ergens in oktober

Vakantiewedstrijd artikels 2005

3 januari 2006, 

De Finsteraarhorn is met zijn 4273 meter de hoogste berg van Berner Oberland. Een ronduit prachtige top vooral gezien vanaf Mettenberg bij Grindelwald. De beklimming van deze berg langs de afgelegen Finsteraarhornhut over het Hugisattel en de zuidwestgraat is een prachtige hochtour.
De tocht naar de Finsteraarhornhut is echter een fysiek zware tocht. De meeste touwgroepen vertrekken aan het Jungfraujoch (5 à 6 uur over het Grünhornlücke) of aan de Grimselpas (over het Berghaus Oberaar 8 à 9 uur). Sommigen komen ook naar boven via de Concordiahut en het Grünhornlücke (vanaf deze hut ook nog 2 1/2 à 3 uur).
Langs de zuidzijde kan men de hut ook bereiken vanuit het dorpje Fieschertal. De tocht loopt hier langs en over de spaltenrijke Fieschergletsjer en duurt minstens 10 à 11 uur. Het terrein is langs deze zijde heel woest en desolaat.
De wel héél lange afstand, het moeilijke terrein en de 2000 hoogtemeters die te overbruggen zijn maken dat maar heel weinig touwgroepen langs hier naar boven komen.

Het is begin oktober vorig jaar: mijn goeie vriend Thierry De Bruyn belt me op: of ik geen zin heb om de Finsteraarhorn te gaan beklimmen vanuit Fieschertal ? Ik heb echter geen verlof meer maar wel zin om nog eens met Thierry alleen de bergen in de gaan: immers al lang geleden. Ik vraag en krijg wat verlof zonder wedde van mijn baas en dus lukt het toch nog om richting alpen te vertrekken.

De Finsteraarhorn staat al lang op mijn verlanglijstje. Ik heb echter wel mijn twijfels over de lange en moeilijke tocht over de Fieschergletsjer naar de hut. Het is al goed oktober en de tocht wordt zelden gedaan. Langs de andere kant spreekt deze aanloop langs een woeste desolate vallei me sterk aan.

Donderdagnamiddag half vier: Thierry en ik verlaten België en tegen 2 uur ' s nachts komen we aan in Fieschertal.
Dit dorpje ligt op een hoogte van 1100 meter boven Fiesch in de Zwitserse Rhonevallei.
Tot 6 uur slapen we wat in de terreinwagen van Thierry en om 7 uur zijn we op pad. Het wordt net dag. De bergen zijn al in een mooie herfsttooi maar het weer is niet echt schitterend, nogal zwaar bewolkt en mistig. De tocht naar de Finsteraarhornhut over de Fieschergletsjer is volgens het boekje zowat 9 à 10 uur stap- en klimwerk over 2000 hoogtemeters. Met een rugzak van 20 kg, onaangepast aan de hoogte en met maar enkele uren nachtrust zinkt de moed me wat in de bergschoenen. Waar ben ik in hemelsnaam nu weer aan begonnen?

Dag 1, deel 1: de weg naar de Finsteraarhornhut (3045 m)

Zeven uur. Het is stil, nergens is ook maar een levende ziel te bespeuren. Het pad loopt eerst 700 meter omhoog tot de morene boven de Fieschergletsjer. Ik ben nog niet echt opgewarmd maar geniet toch van dit stuk aangezien het door almen en mooi gekleurd bos loopt. Het is hier immers al volop herfst. Twee uur later staan we 80 meter boven de immense Fieschergletsjer, die er als de WTC torens na 11 september 2001 uitziet.

Een 80 meter hoge ladder in een loodrechte rotswand is een mogelijkheid om beneden te geraken maar Thierry is formeel: de laatste 10 meters is er geen ladder meer (weet hij van een vorige poging...). Dus dan maar wat verder gezocht om beneden te geraken. We volgen een horizontale band in beton waaronder een waterbuis ligt en wat meer naar links vinden we een steil puincouloir met een overhangende start langs een staalkabel die 10 meter lager kapot is door steenslag... Bij de start over de betonnen rand leg ik al onmiddellijk twee vingers en wat van mijn rechterarm open. Niet echt erg maar wel wat pijnlijk en wat bloedtoestanden. Een goede start...

We zijn nu toch op de gletsjer. Door kloven en spleten zoeken we onze weg naar een plaatsnaam "Flesh" (zo aangeduid op de kaart). We vinden hier wat vage sporen en enkele markeringen maar het is duidelijk dat deze weg zelden wordt begaan.
Via steil morenepuin moeten we nu omhoog tot aan wat loodrechte rotspartijen voorzien van kabels. Met de zware rugzak betekent dat flink  trek en sleurwerk. Daarna volgt een lange traverse, langs smalle ijle richels, zowat 100 meter loodrecht boven de gletsjer. Gelukkig is dit stuk sneeuwvrij en droog want anders niet zonder risico. Wat verder stuiten we opnieuw op een systeem van kabels om nog verder te traverseren langs rotsplaten en dan moet het via een heuse klettersteig met ijzeren pinnen terug naar beneden. Op het einde van de kettingen hangt een oud stuk touw dat - hoe kan het anders - net 5 meter te kort is om op de gletsjer te komen. Dus een rappel om op de gletsjer te geraken.

We zitten nu op 2100 meter. De eerste 1000 meter hoogtemeters zitten er op. Opnieuw moeten we nu langs een wirwar van kloven en blokken opzij van de gletsjer tot aan het volgend punt waar we opnieuw links de rotsen in moeten. Hier en daar rood-witte markeringen die echter bijzonder schaars en bijna niet meer te zien zijn. De weg loopt nu langs steile platen en richels tot aan een rotspunt waar we een oud stuk prusiktouw zien hangen om een rappel te maken. We hangen er voor alle zekerheid maar een nieuw bij want het oude is langs geen kanten meer te vertrouwen. De rappel moet in een geul vol losse stenen en ijs.

Weer verder over de gletsjer nu die hier toch wat normaal te begaan is tot een volgende ijsval. Volgens de beschrijving in het gidsje gaat de tocht hier gewoon verder over de ijsbreuk maar de laatste jaren is dit blijkbaar niet meer mogelijk want links zien we een grote rood geverfde plek die ons duidelijk maakt dat de tocht opnieuw langs de rotsen loopt.
Dus nog eens via steile platen en rotsbanden tot aan een rotsmuur van 10 meter waar een oud stuk klimtouw hangt dat halfweg volledig uitgerafeld is...Vrij te beklimmen zonder twijfel vijfdegraads en zonder ook maar één haak. Aangezien ik met stip de zwaarste ben van ons twee besluiten we dat ik dan maar als eerste het touw zal testen. Achterliggende gedachte: als het mij houdt zal het ook wel Thierry houden... wat kan een mens toch slim zijn bij momenten...

Ik sleur me zonder rugzak naar boven aan het uitgerafelde touw en gelukkig houdt het touw het. Mijn rugzak takel ik op en dan die van Thierry, waarna ook hij zich naar boven sleurt. Nog een stuk touw als traverse en dan klimmen we opnieuw via platen en steile geulen waar smeltwater over loopt verder tot we eindelijk de laatste ijsval voorbij zijn en de gletsjer opkunnen. We zitten nu op 2550 meter. Nog 500 hoogtemeters en wat kilometers vreten over de gletsjer liggen voor ons en we zijn aan de hut.
Ondertussen zitten we wel in een erwtensoep van een mist. Maar gelukkig doen kaart en hoogtemeter hier wonderen.
Tegen zes uur staan we aan een grote steen op de rand van de gletsjer met een pijl er op en de markering "Hütte". Net dan klaart het wat op en krijgen we wat zicht. Nog een half uurtje via een steil spoor omhoog en jawel daar staat plots voor ons de hut.
Het is half zeven: we zijn net 11,5 uur onderweg en allebei redelijk "fertig".

Dag 1, deel 2 : de hut

Het is nu goed aan het vriezen en we hunkeren naar een houtvuur en warmte.
Ik ga naar de deur. Vast... we staan als twee schoolkinderen beteuterd naar elkaar te kijken. Tot Thierry na een tijdje opmerkt dat er een trap naar beneden is en daar misschien wel eens een deur zou kunnen zijn. En jawel een deur : én ze gaat open...wij binnen, een trap op met onze koplampen.  Slechts twee deuren zijn open: die van een kleine gelagzaal en die van een dortoir. Die van de keuken en alle andere zijn op slot...in het kleine gelagzaaltje is er echter geen vuur...
We leggen er ons al bij neer dat we kou gaan hebben en beginnen al onze rommel uit te laden. Even later moet ik naar het toilet. Dit is ergens buiten in een apart kot...het stinkt er gelijk een toilet in een hut kan stinken. Terug naar de hut stappend merk ik in het halfdonker plots op dat een 20 tal meter lager een kleine houten hut staat met een schouwpijp...zou die houten barak dan misschien het winterraum zijn? Vlug naar binnen Thierry gaan roepen. Via een ijzeren ladder naar beneden en jawel dit is het winterraum met alles er op en eraan: een kachel, potten, pannen, een tafel, een bank en enkele beddenbakken. We gaan vlug terug naar de grote hut om al onze rommel weer in te laden en naar de kleine houten hut te brengen. Ondertussen is het al half acht en echt donker. We zijn moe en kunnen maar weinig eten.
We drinken soep en thee en stoken de houtkachel goed warm. Reeds tegen 9 uur kruipen we beiden onder de dekens: een zware dag ligt achter ons.

Dag 2, deel 1 : de klim naar de top van de Finsteraarhorn

Om zes uur staan we op. Het is nog donker buiten maar de sterren fonkelen en het is bitterkoud. Ik ben zo stijf als een houten balk maar heb geslapen gelijk een blok en geronkt gelijk een varken. We eten en drinken wat, maken ons klaar en om zeven uur zijn we weg. Het is net licht geworden. We moeten eerst via goed gemarkeerde rotsrichels en treden zowat 200 meter steil omhoog in de zijkant van een brede geul. Mijn spieren protesteren gelijk wijlen Johan Anthierens wel eens deed maar gelijk alle oude diesels van 41 jaar betert dat na een tijdje, kwestie van wat warm lopen. We hebben onze sneeuwraketten mee. Ik ben er pas vorige week zaterdag fonkelnieuwe gaan kopen.
Koplampen en bivakmateriaal hebben we in de hut achter gelaten. We hebben immers de hele dag tijd en schatten ten laatste tegen zes uur in de namiddag terug te zijn...

Eenmaal uit de rotsen en de gletsjer op merken we dat er niet echt veel verse sneeuw ligt en alles is goed bevroren.
We laten onze sneeuwraketten achter op een rotsrichel (die pikken we bij het afkomen wel op...). Aanvankelijk gaat alles vrij vlot en we vorderen goed. Mooie gletsjer met hier en daar immense spleten. Eenmaal zak ik met één been door een spleet maar zonder erg. Dan bereiken we de rotsband rond 3600 meter die de "Frühstückplatz" wordt genoemd. Het is ijskoud en er waait een strakke wind maar het weer is helder en we hebben een schitterend uitzicht op alle toppen van Berner Oberland en Wallis: enig mooi. Een kleine pauze achter een stenen bivakmuurtje en dan verder over de tweede gletsjer naar het Hugisattel op 4050 meter. Het terrein is nu veel steiler geworden en de sneeuw ligt er steeds maar dikker en dikker... sporen dus, ellendig sporen. Waarom zijn we toch zo dom geweest onze raketten achter te laten?
Afwisselend ploeteren we hoger en hoger. Vermoeiend en we voelen nu ook beiden de hoogte en de inspanning van de vorige dag. Pas tegen één uur 's middags zijn we op het Hugisattel. We zijn al vijf uur onderweg. Nu pas begint de noordwestgraat.

Deze is technisch gezien niet moeilijk maar ziet er nu wel redelijk indrukwekkend uit. Alle rotsen hangen immers vol sneeuw en ijs en er waait een ijskoude wind. Het is zowat -10° C schatten we.
Nog 200 hoogtemeters en we zijn op de top. Ondanks het weinig belovend terrein denken we in 1 1/2 uur boven te staan.
Thierry heeft het meest gespoord en ik stel voor nu als eerste te klimmen. De rots is niet moeilijk, maximaal tweedegraads maar hangt vol verse sneeuw en ijs. We zijn verplicht hier en daar te zekeren en zelfs 2 ijsvijzen te plaatsen.
Die stomme 200 meter blijven maar duren...Om klokslag drie uur in de namiddag staan we uiteindelijk op de schitterende top voorzien van een prachtig groot kruis. Er waait een bijtende vrieswind en we blijven dan ook amper twee minuten boven.

Dag 2, deel 2 : de afdaling naar de hut

De afklim doen we gezekerd want het terrein is delicaat met het ijs en de verse sneeuw. In de zomer wanneer dit stuk sneeuwvrij is moet dit zalig klimmen zijn.
De tijd vliegt. Thierry daalt als eerste af en legt het touw vakkundig tussen de rotstorens tot het muurvast komt te zitten in een diepe spleet. Er helpt geen lievemoederen aan, niet los te krijgen. Eèn oplossing : mes boven halen en het stuk er uit snijden... Opnieuw kostbare tijd verloren. Het is al vijf uur als we terug op het Hugisattel staan.
Binnen 2 1/2  uur is het donker en we hebben geen lampen en bivakmateriaal mee... dommer kan niet.
We dalen zo snel af als we kunnen en zijn net voor donker aan de eenvoudige rotstreden en richels die we moeten afklimmen om terug aan de hut te geraken. We zitten echter wat hoger op de rotsen als 's morgens en zoeken vruchteloos naar onze sneeuwraketten. Het is al te donker en we vinden ze niet meer. Bovendien is onze prioriteit nu de hut bereiken want men voorspelde voor 's nachts sneeuwval en storm. In het pikdonker dalen we op de tast de richels af en tegen half negen zijn we aan de hut. We zijn net 14 uur onderweg en hebben amper gerust. Dus opnieuw allebei "fertig" maar "mission accomplished". We steken vlug de houtkachel aan. Te moe om echt iets deftigs te eten liggen we reeds tegen half tien onder de dekens.

Dag 3: de afdaling naar de vallei

's Nachts is het inderdaad beginnen stormen en 's morgens giert de sneeuw rond de hut. Bijna geen zicht. Hoe gaan we in godsnaam veilig en wel beneden geraken langs de Fieschergletsjer? We hebben niet echt een andere keuze.
Alle andere alternatieven zijn ook ellendig lang en via het Jungfraujoch (ook nog 7 uur) komen we zowat de andere kant van Berner Oberland uit. Het sneeuwt onophoudelijk.

Onze ogen zijn gezwollen en we zijn beiden nog niet echt gerecupereerd van de twee vorige dagen. Het kost ons veel tijd om onze rugzakken te maken, wat te eten en het winterraum op te kuisen. Tè veel tijd om goed te zijn. Pas om negen uur vertrekken we. Het is plotseling winter... het sneeuwt volop en de wind blaast hard.
We zien het echter wel zitten om net voor donker aan de auto te zijn die 2000 meter lager staat. We hopen dat het sneeuwen ophoudt als we lager komen en dat het niet regent.
Aanvankelijk gaat alles goed. We kennen immers de weg en met de hoogtemeter en de kaart weten we redelijk goed waar we lopen op de gletsjer. Maar reeds na een uurtje begint de miserie. We vinden de inklim niet meer in de rotsen. Alles is ondergesneeuwd en het pak blijkt beneden nog dikker te zijn dan aan de hut, zowat 15 à 20 cm verse sneeuw heeft alles toegedekt. Door de wolken en de aanhoudende sneeuwval zien we ook amper iets...
 
Om een lang verhaal kort te maken: we klimmen verschillende keren verkeerd en het terrein is nu héél delicaat geworden. Bijna continu zekerend trachten we de weg naar beneden te vinden. Alles moet met de stijgijzers aan en we verliezen uren. Waar we bij het opgaan gerappeld hebben moeten we nu klimmen. Moeilijkheidgraad II à III maar zonder zekeringen en alles vol ijs en sneeuw. Het kan niet zonder enige risico's nemen.

Het blijft de volledige dag sneeuwen. Tegen half acht is het pikdonker en we hebben met veel geluk nog de laatste rappel kunnen doen. We sukkelen nog wat rond op de sterk gekloven gletsjer maar lopen vast. We zijn weer 11 uur bezig. Er zit maar één ding op: bivak.
 
Onder een groot rotsblok op de gletsjer installeren we ons zo goed mogelijk. Thierry heeft zijn slaapzak, bivakzak en matje mee en installeert zich comfortabel. Ik heb enkel mijn bivakzak en mijn donsvest mee en heb dan ook redelijk wel wat kou afgezien. Wat een ellendig lange nacht...

Dag 4: het vervolg van de afdaling naar de vallei

Maandagmorgen. Om halfzeven houd ik het niet meer uit. Ik kruip uit mijn bivakzak en maak Thierry wakker. Het weer is nog somber en het heeft nog wat bijgesneeuwd maar we hebben zicht... Tegen zeven uur zijn we op stap. Op het einde van de gletsjer merk ik dat de ladders wel tot beneden komen; er is een nieuw stuk bijgeplaatst.  We gaan langs de steile ladders  nu 80 meter loodrecht omhoog. Terug bomen en vegetatie: doet deugd na 3 dagen sneeuw en rotsen.
 
Het heeft gesneeuwd tot zowat 2000 meter. Nu rest ons enkel nog de afdaling via het pad. Tegen half elf zijn we aan de wagen. Voor het eerst in drie dagen zien we mensen: een koppel wandelaars.

We nemen vlug een ontbijt in Fieschertal en rijden dan naar België.

Dit verlengd weekendje zal ik niet snel vergeten. We hebben buiten onze verwachtingen de top van de Finsteraarhorn gehaald maar het heeft ons heel veel moeite gekost.
Maar wat ik zeker niet zal vergeten zijn de fouten die we gemaakt hebben...sneeuwraketten achtergelaten en kwijt... en geen lampen en bivakmateriaal mee naar de top van een 4000-er  in oktober... niet echt slim.

De beklimming van de Finsteraarhorn via de normaalroute is een mooie klassieker en een echte klimtip. Ditzelfde kan niet worden gezegd van de aanloop naar de hut via de  ieschergletsjer. Hou je echter van een desolate vallei, het zoeken van de weg, terrein dat niet zonder risico is en wat ervaring vereist en zie je niet op tegen een fysiek zware tocht dan is deze aanloop misschien toch je ding.

Fisnteraarhorn (4273 m) normaalroute

Land en gebied:   Zwitserland - Berner alpen

Uitgangspunt (voor de hut):

  • Jungfraujoch
  • Grimselpas
  • Fieschertal in de Rhonevallei

Uitgangspunt voor de berg: Finsteraarhornhut (3048 m)
Moeilijkheidsgraad: hoofdzakelijk gletsjer tot Hugisattel, dan 200 m/ mixed: II
Duur van de tocht: 5 uur onder normale omstandigheden (heen en terug: 8 à 9 uur)
Materiaal
:   basismateriaal voor een gletsjertocht   
Kaart:   1/25.000 : bladnummers 1249 "Finsteraarhorn" en 1269 "Aletschgletsjer"
Afdaling: langs dezelfde route

Nuttige info over de klim in:

  • Berner Oberland (Les Cents plus belles ...)
  • Viertausender der Alpen (Helmut Dumler)
  • SAC gids : Berner Alpen, deel 4

Walter De Bruyne


Je moet ingelogd zijn om een commentaar toe te voegen

Registreren



artikelarchief 

Nieuws 
Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Competitie Wat onthouden we van het Belgisch Kampioenschap Boulderen 2015?

Op het voorbije Belgisch Kampioenschap Boulderen kroonden Simon Lorenzi en Chloé Caulier zich tot winnaar bij de senioren. De twee klimmers bevestigden hun suprematie ten opzichte van de concurrentie met sprekend gemak.


Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Indoorklimmen Is er een alternatief voor de Leuvense klimmers na de sluiting van Hungaria?

Op 30 december 2015 sloot Leuven een tijdperk af. Klimzaal Hungaria deed er dan na 25 jaar definitief de deuren dicht. Met de sluiting komt er een einde aan een mooi hoofdstuk van de Belgische klimgeschiedenis. Is er een alternatief voor de Leuvense klimm